Rendement: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

rendement:
- rendement; bénéfice; gain; profit; productivité; avantage; efficacité
Wiktionary:
- rendement → rendement
- rendement → rendement

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

rendement:
- opbrengst; rendement; uitkomst; product; voortbrengsel; oogst; nuttig effect; waarde; nut; doeltreffendheid; effectiviteit; doelmatigheid; prestatie; verrichting; grote daad; productiviteit; hoogte van produktie
Wiktionary:
- rendement → efficiëntie, rendement, doeltreffendheid
- rendement → rendement, opbrengst, oogst, winst

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rendement (Nederlands) in het Frans

rendement:

rendement [het ~] zelfstandig naamwoord

het rendement (opbrengst; uitkomst; product; voortbrengsel; oogst)
le rendement; le bénéfice; le gain; le profit; la productivité; l'avantage
- rendement [le ~] zelfstandig naamwoord
- bénéfice [le ~] zelfstandig naamwoord
- gain [le ~] zelfstandig naamwoord
- profit [le ~] zelfstandig naamwoord
- productivité [la ~] zelfstandig naamwoord
- avantage [le ~] zelfstandig naamwoord
het rendement (nuttig effect)
le rendement; l'efficacité
- rendement [le ~] zelfstandig naamwoord
- efficacité [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rendement:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avantage	oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel	baat; bruikbaarheid; doel; gewin; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; overhand; pluspunt; profijt; vergoeding; voordeeltje; waarde; winst; zin
bénéfice	oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel	baat; begunstiging; gewin; nut; profijt; waarde; winst
efficacité	nuttig effect; rendement	doelmatigheid; doeltreffendheid; effectiviteit; toepasbaarheid; toepasselijkheid
gain	oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel	baat; gewin; nut; profijt; waarde; winst
productivité	oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel	arbeidskracht; arbeidsprestatie; arbeidsvermogen; hoogte van produktie; nut; productiviteit; waarde; werkkracht; werkprestatie; werkvermogen; werkzaamheid
profit	oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel	baat; benutting; bruikbaarheid; gewin; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; profijt; waarde; winst
rendement	nuttig effect; oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel	doelmatigheid; doeltreffendheid; effectiviteit; grote daad; hoogte van produktie; nut; prestatie; productiviteit; verrichting; waarde

Verwante woorden van "rendement":

rendementen

Wiktionary: rendement

rendement

noun

Ce que rendre, ce que produire une chose.
- rendement → efficiëntie; rendement; doeltreffendheid

Cross Translation:

From	To	Via
• rendement	→ rendement	↔ efficiency — extent to which a resource is used for the intended purpose

Frans

Uitgebreide vertaling voor rendement (Frans) in het Nederlands

rendement:

rendement [le ~] zelfstandig naamwoord

le rendement (bénéfice; gain; profit; productivité; avantage)
de opbrengst; het rendement; de uitkomst; het product; het voortbrengsel; de oogst
- opbrengst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- rendement [het ~] zelfstandig naamwoord
- uitkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- product [het ~] zelfstandig naamwoord
- voortbrengsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le rendement (efficacité)
het rendement; nuttig effect
- rendement [het ~] zelfstandig naamwoord
- nuttig effect [znw.] zelfstandig naamwoord
le rendement (utilité; bénéfice; gain; avantage; profit; productivité)
de waarde; het nut
- waarde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- nut [het ~] zelfstandig naamwoord
le rendement (effectivité; efficacité)
de doeltreffendheid; de effectiviteit; de doelmatigheid
- doeltreffendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- effectiviteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- doelmatigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le rendement (performance; prestation)
de prestatie; de verrichting; grote daad
- prestatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verrichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grote daad [znw.] zelfstandig naamwoord
le rendement (niveau de la production; productivité)
de productiviteit; hoogte van produktie
- productiviteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hoogte van produktie [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rendement:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doelmatigheid	effectivité; efficacité; rendement
doeltreffendheid	effectivité; efficacité; rendement
effectiviteit	effectivité; efficacité; rendement
grote daad	performance; prestation; rendement
hoogte van produktie	niveau de la production; productivité; rendement
nut	avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement; utilité	avantage; profit; sens; utilité
nuttig effect	efficacité; rendement
oogst	avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement	cueillette; moisson; production; récolte; récolte du vin; vendange
opbrengst	avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement	produit; revenu
prestatie	performance; prestation; rendement	accomplissement; acrobatie; acte; activité; chef-d'oeuvre; exécution; fonction; niveau de performance; opération; réalisation; tour de force
product	avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement	création; fabrication; marchandise; produit; produit manufacturé
productiviteit	niveau de la production; productivité; rendement	productivité
rendement	avantage; bénéfice; efficacité; gain; productivité; profit; rendement
uitkomst	avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement	aboutissant; aboutissement; effet; issue; résultat; solution
verrichting	performance; prestation; rendement	accomplissement; acte; activité; exécution; fonction; intervention médicale; opération; réalisation
voortbrengsel	avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement
waarde	avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement; utilité	coût; importance; mérite; prix; valeur

Synoniemen voor "rendement":

efficacité; action; effet; fertilité; abondance; fécondité; générosité; prodigalité; productivité; richesse; bénéfice; rapport; profit; avantage; utilité; produit; récolte; gain; aubaine; acquêt; prébende; moisson; efficience; rentabilité; profitabilité

Wiktionary: rendement

rendement

noun

Ce que rendre, ce que produire une chose.
- rendement → efficiëntie; rendement; doeltreffendheid

Cross Translation:

From	To	Via
• rendement	→ rendement	↔ efficiency — extent to which a resource is used for the intended purpose
• rendement	→ opbrengst	↔ Ertrag — allgemein: das positive Ergebnis einer Anstrengung
• rendement	→ oogst	↔ Ertrag — Ernteeinfuhr, Ergebnis der Ernte
• rendement	→ winst	↔ Ertrag — besonders im Plural: Ergebnis der wirtschaftlichen Leistung (insbesondere von Aktien), Einnahmen, Profit

Verwante vertalingen van rendement

rendement total

Remove Ads

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: rendement

Uitgebreide vertaling voor rendement (Nederlands) in het Frans

rendement:

rendement [het ~] zelfstandig naamwoord

het rendement (opbrengst; uitkomst; product; voortbrengsel; oogst)

het rendement (nuttig effect)

Vertaal Matrix voor rendement:

Verwante woorden van "rendement":

Wiktionary: rendement

Uitgebreide vertaling voor rendement (Frans) in het Nederlands

rendement:

rendement [le ~] zelfstandig naamwoord

le rendement (bénéfice; gain; profit; productivité; avantage)

le rendement (efficacité)

le rendement (utilité; bénéfice; gain; avantage; profit; productivité)

le rendement (effectivité; efficacité)

le rendement (performance; prestation)

le rendement (niveau de la production; productivité)

Vertaal Matrix voor rendement:

Synoniemen voor "rendement":

Wiktionary: rendement

Verwante vertalingen van rendement