Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. incasseerbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor incasseerbaar (Nederlands) in het Frans

incasseerbaar:

incasseerbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. incasseerbaar (opvorderbaar; opeisbaar; inbaar)
    encaissable; exigible

Vertaal Matrix voor incasseerbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
encaissable inbaar; incasseerbaar; opeisbaar; opvorderbaar
exigible inbaar; incasseerbaar; opeisbaar; opvorderbaar

Verwante woorden van "incasseerbaar":

  • incasseerbare

Wiktionary: incasseerbaar

incasseerbaar
adjective
  1. geïncasseerd kunnende worden.