Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zwakkeling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwakkeling (Nederlands) in het Frans

zwakkeling:

zwakkeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zwakkeling
    le faible
    • faible [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zwakkeling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faible zwakkeling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faible arm; bleekjes; breekbaar; broos; dood; energieloos; fragiel; futloos; geesteloos; inferieur; krachteloos; kwetsbaar; lamlendig; landerig; levenloos; lusteloos; machteloos; mat; minderwaardig; niet bezield; onbezield; ondermaats; ondeugdelijk; onmachtig; pips; schemerig; schimmig; slap; slapjes; slecht; teer; tweederangs; wee; ziekelijk; zwak

Verwante woorden van "zwakkeling":


Wiktionary: zwakkeling

zwakkeling
noun
  1. Homme faiblard

Cross Translation:
FromToVia
zwakkeling gringalet weakling — person of weak or even sickly physical constitution