Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gehechtheid:
  2. gehecht:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gehechtheid (Nederlands) in het Frans

gehechtheid:


gehechtheid vorm van gehecht:

gehecht bijvoeglijk naamwoord

  1. gehecht (verknocht)
    attaché; attaché à; dévoué

Vertaal Matrix voor gehecht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attaché aanknopen; attaché
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attaché gehecht; verknocht aan elkaar zittend; aaneengehecht; aangehecht; aangevoegd; aanhangend; aanhankelijk; geboeid; gekoppeld; opgebonden; vastgebonden; vastgehecht; vastgemaakt; vastzittend; verbonden; verkleefd
attaché à gehecht; verknocht
dévoué gehecht; verknocht aanhangend; aanhankelijk; eerlijk; fideel; getrouw; loyaal; openhartig; oprecht; rondborstig; toegedaan; toegewijd; trouw; trouwhartig

Verwante woorden van "gehecht":


Wiktionary: gehecht

gehecht
adjective
  1. Qui montre de l’affection, de l’amour.