Nederlands
Uitgebreide vertaling voor last (Nederlands) in het Frans
last:
Vertaal Matrix voor last:
Verwante woorden van "last":
Synoniemen voor "last":
Verwante definities voor "last":
Wiktionary: last
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• last | → charge; fardeau | ↔ burden — heavy load |
• last | → charge de la preuve | ↔ burden of proof — duty of a party in a legal proceeding |
• last | → charge | ↔ charge — load or burden |
• last | → fardeau; boulet; croix; tyran; sangsue; vampire | ↔ incubus — oppressive thing or person; a burden |
• last | → peine; effort; difficulté; fatigue; incommodité | ↔ Beschwernis — gehoben: die mit einer Angelegenheit verbundene Mühe oder Anstrengung |
• last | → charge; fardeau | ↔ Last — Transportwesen: etwas, was sich durch sein Gewicht nach unten drückt oder zieht; auch Ladung, Fracht; was man trägt |
last vorm van lassen:
-
lassen
souder; joindre-
souder werkwoord (soude, soudes, soudons, soudez, soudent, soudais, soudait, soudions, soudiez, soudaient, soudai, soudas, souda, soudâmes, soudâtes, soudèrent, souderai, souderas, soudera, souderons, souderez, souderont)
-
joindre werkwoord (joins, joint, joignons, joignez, joignent, joignais, joignait, joignions, joigniez, joignaient, joignis, joignit, joignîmes, joignîtes, joignirent, joindrai, joindras, joindra, joindrons, joindrez, joindront)
-
-
lassen (aaneenlassen)
souder; braser; joindre; coudre; empatter-
souder werkwoord (soude, soudes, soudons, soudez, soudent, soudais, soudait, soudions, soudiez, soudaient, soudai, soudas, souda, soudâmes, soudâtes, soudèrent, souderai, souderas, soudera, souderons, souderez, souderont)
-
braser werkwoord
-
joindre werkwoord (joins, joint, joignons, joignez, joignent, joignais, joignait, joignions, joigniez, joignaient, joignis, joignit, joignîmes, joignîtes, joignirent, joindrai, joindras, joindra, joindrons, joindrez, joindront)
-
coudre werkwoord (couds, coudt, cousons, cousez, cousent, cousais, cousait, cousions, cousiez, cousaient, cousis, cousit, cousîmes, cousîtes, cousirent, coudrai, coudras, coudra, coudrons, coudrez, coudront)
-
empatter werkwoord
-
Conjugations for lassen:
o.t.t.
- las
- last
- last
- lassen
- lassen
- lassen
o.v.t.
- laste
- laste
- laste
- lasten
- lasten
- lasten
v.t.t.
- heb gelast
- hebt gelast
- heeft gelast
- hebben gelast
- hebben gelast
- hebben gelast
v.v.t.
- had gelast
- had gelast
- had gelast
- hadden gelast
- hadden gelast
- hadden gelast
o.t.t.t.
- zal lassen
- zult lassen
- zal lassen
- zullen lassen
- zullen lassen
- zullen lassen
o.v.t.t.
- zou lassen
- zou lassen
- zou lassen
- zouden lassen
- zouden lassen
- zouden lassen
en verder
- is gelast
diversen
- las!
- last!
- gelast
- lassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor lassen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
joindre | aanlassen | |
soudures | lasnaden; lassen; welnaden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
braser | aaneenlassen; lassen | |
coudre | aaneenlassen; lassen | hechten; vastnaaien |
empatter | aaneenlassen; lassen | |
joindre | aaneenlassen; lassen | aaneenschakelen; afspreken; bij elkaar leggen; bijdoen; bijeen voegen; bijsluiten; bijvoegen; binden; boeien; bundelen; combineren; doorverbinden; een fusie aangaan; elkaar ontmoeten; elkaar zien; erbij doen; erbij optellen; erbij tellen; erbij voegen; fuseren; ineensmelten; ketenen; kluisteren; koppelen; meegeven; meesturen; meezenden; paren; samenbundelen; samengaan; samenkomen; samenkoppelen; samensmelten; samenvoegen; toevoegen; treffen; verbinden; versmelten; voegen |
souder | aaneenlassen; lassen | hardsolderen; solderen |