Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: ogenblikkelijk

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: ogenblikkelijk

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

ogenblikkelijk:
- immédiatement; aussitôt; immédiat; prompt; promptement; à l'instant; avec promptitude
Wiktionary:
- ogenblikkelijk → immédiat
- ogenblikkelijk → instantanément, immédiatement, tout de suite

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ogenblikkelijk (Nederlands) in het Frans

ogenblikkelijk:

ogenblikkelijk bijvoeglijk naamwoord

ogenblikkelijk
immédiatement; aussitôt; immédiat; prompt; promptement; à l'instant; avec promptitude
- immédiatement bijvoeglijk naamwoord
- aussitôt bijvoeglijk naamwoord
- immédiat bijvoeglijk naamwoord
- prompt bijvoeglijk naamwoord
- promptement bijvoeglijk naamwoord
- à l'instant bijvoeglijk naamwoord
- avec promptitude bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor ogenblikkelijk:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aussitôt	ogenblikkelijk	aanstonds; bijna; direct; haast; nagenoeg; onverwijld; prompt; schier; subiet; terstond; welhaast
avec promptitude	ogenblikkelijk	subiet
immédiat	ogenblikkelijk	bijna; dadelijk; direct; gauw; gelijk; gezwind; haast; meteen; nagenoeg; onmiddellijk; onverwijld; schier; terstond; welhaast
immédiatement	ogenblikkelijk	aanstonds; acuut; bijna; dadelijk; direct; gauw; gelijk; gezwind; haast; meteen; nagenoeg; onmiddellijk; onverwijld; schier; subiet; terstond; welhaast; zo meteen
prompt	ogenblikkelijk	aanstonds; abrupt; adrem; bij de pinken; bijdehand; clever; dadelijk; direct; eensklaps; flitsend; gauw; gevat; goochem; haastig; ijlings; ineens; kien; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onverwijld; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; raak; rap; schrander; slim; snedig; snel; terstond; uitgeslapen; vlot; vlug; zo meteen
promptement	ogenblikkelijk	abrupt; adrem; bijdehand; direct; eensklaps; gauw; gevat; gezwind; haastig; ijlings; ineens; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onverwijld; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; raak; rap; snedig; snel; subiet; vlot; vlug
à l'instant	ogenblikkelijk	daarnet; dadelijk; direct; juist; momenteel; net; nou; nu; onverwijld; op dit moment; pas; tegenwoordig; zo meteen; zojuist; zonet; zoëven

Verwante woorden van "ogenblikkelijk":

ogenblikkelijke

Wiktionary: ogenblikkelijk

ogenblikkelijk

adjective

Qui agir, qui produire sans intermédiaire.
- immédiat → ogenblikkelijk; prompt; direct; live; onmiddellijk; rechtstreeks

Cross Translation:

From	To	Via
• ogenblikkelijk	→ instantanément	↔ instantaneously — Without any delay
• ogenblikkelijk	→ immédiatement; tout de suite	↔ sofort — temporales Adverb: ohne irgendeine Verzögerung, auf der Stelle