Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bijzaak:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijzaak (Nederlands) in het Frans

bijzaak:

bijzaak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bijzaak
    le détail; l'à-côté; le fait accessoire

Vertaal Matrix voor bijzaak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
détail bijzaak akkefietje; bagatel; bijzonderheid; detail; kleinigheid
fait accessoire bijzaak akkefietje; bagatel; kleinigheid
à-côté bijzaak bijkomstigheid; bijverdienste; neveninkomsten; schnabbel

Verwante woorden van "bijzaak":

  • bijzaken

Wiktionary: bijzaak

bijzaak
noun
  1. Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.