Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vooruitziend (Nederlands) in het Frans
vooruitziend:
-
vooruitziend (voorspellend)
Vertaal Matrix voor vooruitziend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
clair-voyant | voorspellend; vooruitziend | helderziend |
prévoyant | voorspellend; vooruitziend | helderziend |
Verwante woorden van "vooruitziend":
Wiktionary: vooruitziend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vooruitziend | → prudent | ↔ prudent — sagacious in adapting means to ends |
vooruitzien:
-
vooruitzien (verwachten; uitkijken naar; tegemoetzien)
espérer; compter sur; s'attendre à-
espérer werkwoord (espère, espères, espérons, espérez, espèrent, espérais, espérait, espérions, espériez, espéraient, espérai, espéras, espéra, espérâmes, espérâtes, espérèrent, espérerai, espéreras, espérera, espérerons, espérerez, espéreront)
-
compter sur werkwoord
-
s'attendre à werkwoord
-
Conjugations for vooruitzien:
o.t.t.
- zie vooruit
- ziet vooruit
- ziet vooruit
- zien vooruit
- zien vooruit
- zien vooruit
o.v.t.
- zag vooruit
- zag vooruit
- zag vooruit
- zagen vooruit
- zagen vooruit
- zagen vooruit
v.t.t.
- heb vooruitgezien
- hebt vooruitgezien
- heeft vooruitgezien
- hebben vooruitgezien
- hebben vooruitgezien
- hebben vooruitgezien
v.v.t.
- had vooruitgezien
- had vooruitgezien
- had vooruitgezien
- hadden vooruitgezien
- hadden vooruitgezien
- hadden vooruitgezien
o.t.t.t.
- zal vooruitzien
- zult vooruitzien
- zal vooruitzien
- zullen vooruitzien
- zullen vooruitzien
- zullen vooruitzien
o.v.t.t.
- zou vooruitzien
- zou vooruitzien
- zou vooruitzien
- zouden vooruitzien
- zouden vooruitzien
- zouden vooruitzien
diversen
- zie vooruit!
- ziet vooruit!
- vooruitgezien
- vooruitziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vooruitzien:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
compter sur | tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien | |
espérer | tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien | hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen |
s'attendre à | tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien | bedacht zijn op |
Wiktionary: vooruitzien
vooruitzien
verb
-
Traductions à trier suivant le sens.