Examen: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

examen:
- baccalauréat; examen de fin d'études
Wiktionary:
- examen → test
- examen → examen, test

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

examen:
- test; proefwerk; toets; repetitie; onderzoek; inspectie; navorsing; proef; check up; schoolexamen
Wiktionary:
- examen → keuring, test
- examen → controle, toets, proefwerk, examen, test, arbeid

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor examen (Nederlands) in het Frans

examen:

examen [het ~] zelfstandig naamwoord

het examen (eindexamen)
le baccalauréat; l'examen de fin d'études
- baccalauréat [le ~] zelfstandig naamwoord
- examen de fin d'études [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor examen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baccalauréat	eindexamen; examen	einddiploma; staatsexamen
examen de fin d'études	eindexamen; examen

Verwante woorden van "examen":

examens, examentje, examentjes

Verwante definities voor "examen":

proef waarbij je moet laten zien wat je kunt of weet¹
- aan het eind van het schooljaar is er een examen¹

Wiktionary: examen

examen

noun

Examen
- test → examen; test

Cross Translation:

From	To	Via
• examen	→ examen	↔ examination — formal test
• examen	→ test; examen	↔ test — academics: examination

Verwante vertalingen van examen

Frans

Uitgebreide vertaling voor examen (Frans) in het Nederlands

examen:

examen [le ~] zelfstandig naamwoord

l'examen (épreuve écrite; test; interrogation écrite; composition)
de test; het proefwerk; de toets; de repetitie
- test [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- proefwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- toets [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- repetitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'examen (recherche; investigation; enquête; exploration; inspection)
het onderzoek; de inspectie; de navorsing
- onderzoek [het ~] zelfstandig naamwoord
- inspectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- navorsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'examen (test; contrôle; vérification; recherche; enquête; exploration; étude)
de test; de proef
- test [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- proef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'examen (enquête)
check up
- check up [znw.] zelfstandig naamwoord
l'examen
het schoolexamen
- schoolexamen [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor examen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
check up	enquête; examen
inspectie	enquête; examen; exploration; inspection; investigation; recherche	contrôle; inspection
navorsing	enquête; examen; exploration; inspection; investigation; recherche	investigation; recherche
onderzoek	enquête; examen; exploration; inspection; investigation; recherche	recherche
proef	contrôle; enquête; examen; exploration; recherche; test; vérification; étude	audition; essai; expérience; tentative; test
proefwerk	composition; examen; interrogation écrite; test; épreuve écrite
repetitie	composition; examen; interrogation écrite; test; épreuve écrite	générale; récapitulation; répétition; répétition générale; révision
schoolexamen	examen	examen scolaire
test	composition; contrôle; enquête; examen; exploration; interrogation écrite; recherche; test; vérification; épreuve écrite; étude
toets	composition; examen; interrogation écrite; test; épreuve écrite	touche; épreuve; épreuve d'ordinateur; épreuve écrite
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
test		test

Synoniemen voor "examen":

analyse; critique; arraisonnement; abordage; visite; audition; écoute; auscultation; recherche; exploration; percussion; check-up; bilan; audit; consultation; enquête; dissection; autopsie; étude; investigation; instruction; expertise; reportage; sondage; épreuve; observation; interrogation; demande; information; interpellation; question; questionnaire; introspection; autocritique; psychanalyse; constatation; attention; considération; probation; délai; prospection; fouille; survol; parcours; vérification; contrôle; essai; recensement; pointage; confirmation

Wiktionary: examen

examen

noun

proces van het keuren
- keuring → contrôle; examen; révision
onderzoek
- keuring → examen; expertise; inspection
toets
- test → test; examen

Cross Translation:

From	To	Via
• examen	→ controle	↔ check — an inspection or examination
• examen	→ toets; proefwerk; examen	↔ examination — formal test
• examen	→ examen; test	↔ test — academics: examination
• examen	→ arbeid	↔ Arbeit — kurz für Klassenarbeit, eine schriftliche Prüfung in der Schule

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: examen

Uitgebreide vertaling voor examen (Nederlands) in het Frans

examen:

examen [het ~] zelfstandig naamwoord

het examen (eindexamen)

Vertaal Matrix voor examen:

Verwante woorden van "examen":

Verwante definities voor "examen":

Wiktionary: examen

Verwante vertalingen van examen

Uitgebreide vertaling voor examen (Frans) in het Nederlands

examen:

examen [le ~] zelfstandig naamwoord

l'examen (épreuve écrite; test; interrogation écrite; composition)

l'examen (recherche; investigation; enquête; exploration; inspection)

l'examen (test; contrôle; vérification; recherche; enquête; exploration; étude)

l'examen (enquête)

l'examen

Vertaal Matrix voor examen:

Synoniemen voor "examen":

Wiktionary: examen

Verwante vertalingen van examen