Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- er uitzien:
- eruit zien:
-
Wiktionary:
- er uitzien → paraître
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor er uitzien (Nederlands) in het Frans
eruitzien:
Verwante definities voor "eruitzien":
er uitzien:
-
er uitzien (ogen)
apparaître; sembler; paraître; se trouver; ressembler; transparaître; s'avérer; avoir l'air; avoir l'air de; avoir l'aspect de-
apparaître werkwoord (apparais, apparaît, apparaissons, apparaissez, apparaissent, apparaissais, apparaissait, apparaissions, apparaissiez, apparaissaient, apparus, apparut, apparûmes, apparûtes, apparurent, apparaîtrai, apparaîtras, apparaîtra, apparaîtrons, apparaîtrez, apparaîtront)
-
sembler werkwoord (semble, sembles, semblons, semblez, semblent, semblais, semblait, semblions, sembliez, semblaient, semblai, semblas, sembla, semblâmes, semblâtes, semblèrent, semblerai, sembleras, semblera, semblerons, semblerez, sembleront)
-
paraître werkwoord (parais, paraît, paraissons, paraissez, paraissent, paraissais, paraissait, paraissions, paraissiez, paraissaient, parus, parut, parûmes, parûtes, parurent, paraîtrai, paraîtras, paraîtra, paraîtrons, paraîtrez, paraîtront)
-
se trouver werkwoord
-
ressembler werkwoord (ressemble, ressembles, ressemblons, ressemblez, ressemblent, ressemblais, ressemblait, ressemblions, ressembliez, ressemblaient, ressemblai, ressemblas, ressembla, ressemblâmes, ressemblâtes, ressemblèrent, ressemblerai, ressembleras, ressemblera, ressemblerons, ressemblerez, ressembleront)
-
transparaître werkwoord (transparais, transparaît, transparaissons, transparaissez, transparaissent, transparaissais, transparaissait, transparaissions, transparaissiez, transparaissaient, transparus, transparut, transparûmes, transparûtes, transparurent, transparaîtrai, transparaîtras, transparaîtra, transparaîtrons, transparaîtrez, transparaîtront)
-
s'avérer werkwoord
-
avoir l'air werkwoord
-
avoir l'air de werkwoord
-
avoir l'aspect de werkwoord
-
Vertaal Matrix voor er uitzien:
Wiktionary: er uitzien
eruit zien:
-
eruit zien (lijken; schijnen; toeschijnen)
paraître; sembler; apparaître; avoir l'air-
paraître werkwoord (parais, paraît, paraissons, paraissez, paraissent, paraissais, paraissait, paraissions, paraissiez, paraissaient, parus, parut, parûmes, parûtes, parurent, paraîtrai, paraîtras, paraîtra, paraîtrons, paraîtrez, paraîtront)
-
sembler werkwoord (semble, sembles, semblons, semblez, semblent, semblais, semblait, semblions, sembliez, semblaient, semblai, semblas, sembla, semblâmes, semblâtes, semblèrent, semblerai, sembleras, semblera, semblerons, semblerez, sembleront)
-
apparaître werkwoord (apparais, apparaît, apparaissons, apparaissez, apparaissent, apparaissais, apparaissait, apparaissions, apparaissiez, apparaissaient, apparus, apparut, apparûmes, apparûtes, apparurent, apparaîtrai, apparaîtras, apparaîtra, apparaîtrons, apparaîtrez, apparaîtront)
-
avoir l'air werkwoord
-
Conjugations for eruit zien:
o.t.t.
- zie eruit
- ziet eruit
- ziet eruit
- zien eruit
- zien eruit
- zien eruit
o.v.t.
- zag eruit
- zag eruit
- zag eruit
- zagen eruit
- zagen eruit
- zagen eruit
v.t.t.
- heb eruit gezien
- hebt eruit gezien
- heeft eruit gezien
- hebben eruit gezien
- hebben eruit gezien
- hebben eruit gezien
v.v.t.
- had eruit gezien
- had eruit gezien
- had eruit gezien
- hadden eruit gezien
- hadden eruit gezien
- hadden eruit gezien
o.t.t.t.
- zal eruit zien
- zult eruit zien
- zal eruit zien
- zullen eruit zien
- zullen eruit zien
- zullen eruit zien
o.v.t.t.
- zou eruit zien
- zou eruit zien
- zou eruit zien
- zouden eruit zien
- zouden eruit zien
- zouden eruit zien
diversen
- zie eruit!
- ziet eruit!
- eruit gezien
- eruit ziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor eruit zien:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apparaître | doen voorkomen; schijnen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apparaître | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | aan het licht komen; er uitzien; ogen; ontdekt worden; opdagen; opdoemen; opduiken; opkomen; tevoorschijn komen; uitkomen; uitkomen van geheim; verrijzen; verschijnen; voor de dag komen; voordoen |
avoir l'air | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | er uitzien; ogen |
paraître | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | aan het licht komen; de schijn van iets hebben; er uitzien; ogen; ontdekt worden; schijnen; uitkomen; uitkomen van geheim; verschijnen; voor de dag komen; voordoen |
sembler | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | de schijn van iets hebben; er uitzien; ogen; schijnen |