Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. voertuig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voertuig (Nederlands) in het Spaans

voertuig:

voertuig [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het voertuig (vehikel; rijtuig; wagen; kar)
    el carro; la carreta
    • carro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • carreta [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. het voertuig
    el vehículo

Vertaal Matrix voor voertuig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carreta kar; rijtuig; vehikel; voertuig; wagen handkar; handwagen; kar; karretje; koets; lorrie; rijtuig; rolwagentje; wagentje
carro kar; rijtuig; vehikel; voertuig; wagen boodschappenwagentje; handkar; kar; karretje; lorrie; rolwagentje; wagentje; winkelwagen; winkelwagentje
vehículo voertuig auto; kar; paardenwagen; vehikel; wagen

Verwante woorden van "voertuig":

  • voertuigen

Verwante definities voor "voertuig":

  1. toestel dat personen of goederen vervoert1
    • een auto is een voertuig1

Wiktionary: voertuig

voertuig
noun
  1. door de mens gemaakt voorwerp, gewoonlijk op wielen, met als doel het verplaatsen van mensen of goederen

Cross Translation:
FromToVia
voertuig nave craft — vehicle designed for navigation
voertuig vehículo vehicle — a conveyance
voertuig vehículo; coche bagnole — France|fr (familier, fr) voiture, automobile.
voertuig vehículo véhiculeengin mobile servir au transport des personnes et des marchandises.

Verwante vertalingen van voertuig