Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terechtwijzen (Nederlands) in het Spaans

terechtwijzen:

terechtwijzen werkwoord (wijs terecht, wijst terecht, wees terecht, wezen terecht, terechtgewezen)

  1. terechtwijzen (berispen; vermanen)
    vituperar; notar; criticar; censurar
  2. terechtwijzen (vermanen; waarschuwen; berispen; manen)
    señalar; regañar; criticar; reprender; amonestar; reprobar; vituperar; reconvenir; declarar hereje

Conjugations for terechtwijzen:

o.t.t.
  1. wijs terecht
  2. wijst terecht
  3. wijst terecht
  4. wijzen terecht
  5. wijzen terecht
  6. wijzen terecht
o.v.t.
  1. wees terecht
  2. wees terecht
  3. wees terecht
  4. wezen terecht
  5. wezen terecht
  6. wezen terecht
v.t.t.
  1. heb terechtgewezen
  2. hebt terechtgewezen
  3. heeft terechtgewezen
  4. hebben terechtgewezen
  5. hebben terechtgewezen
  6. hebben terechtgewezen
v.v.t.
  1. had terechtgewezen
  2. had terechtgewezen
  3. had terechtgewezen
  4. hadden terechtgewezen
  5. hadden terechtgewezen
  6. hadden terechtgewezen
o.t.t.t.
  1. zal terechtwijzen
  2. zult terechtwijzen
  3. zal terechtwijzen
  4. zullen terechtwijzen
  5. zullen terechtwijzen
  6. zullen terechtwijzen
o.v.t.t.
  1. zou terechtwijzen
  2. zou terechtwijzen
  3. zou terechtwijzen
  4. zouden terechtwijzen
  5. zouden terechtwijzen
  6. zouden terechtwijzen
en verder
  1. ben terechtgewezen
  2. bent terechtgewezen
  3. is terechtgewezen
  4. zijn terechtgewezen
  5. zijn terechtgewezen
  6. zijn terechtgewezen
diversen
  1. wijs terecht!
  2. wijst terecht!
  3. terechtgewezen
  4. terechtwijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor terechtwijzen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amonestar berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
censurar berispen; terechtwijzen; vermanen censureren; loskrijgen; losmaken; lostornen; tornen; uithalen; uittrekken
criticar berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen aanmerking maken; afkraken; bediscussiëren; bekritiseren; beoordelen; bepraten; bespreken; betuttelen; doorpraten; doorspreken; fel bekritiseren; goed- of afkeuren; hekelen; katten; kraken; kritiseren; loskrijgen; losmaken; lostornen; neerhalen; omlaaghalen; praten over; recenseren; tornen; uithalen; uittrekken; vitten
declarar hereje berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen hekelen; verketteren
notar berispen; terechtwijzen; vermanen aankijken; aanmerken; aanrekenen; aanschouwen; aanwrijven; bekijken; bemerken; berispen; beschuldigen; blameren; gadeslaan; gewaarworden; gispen; horen; kijken; laken; merken; nadragen; observeren; onderscheiden; ontwaren; opmerken; signaleren; staren; toeschouwen; turen; verwijten; voelen; voor de voeten gooien; voorhouden; waarnemen; zien
reconvenir berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; laken; nadragen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
regañar berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen beknorren; kiften; kijven; krakelen; morren; murmeren; ontevreden mompelen; ruzie maken; ruziën; sakkeren; twisten
reprender berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen aanmerken; aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; hekelen; laken; nadragen; uitbrander geven; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
reprobar berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen hekelen; knorren; ronken; sakkeren; snorren; zagen
señalar berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen aanmerken; aanschouwen; bekijken; bekrachtigen; bemerken; bestempelen; certificeren; gewaarworden; kijken; merken; onderscheiden; onderstrepen; ontwaren; opmerken; seinen; signalen geven; signaleren; staren; turen; waarmerken; waarnemen; wijzen naar; zien
vituperar berispen; manen; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen