Tenue: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

tenue:
- ropaje; vestidura; uniforme; vestidos; ropa; vestimenta; vestiduras; trajes
Wiktionary:
- tenue → uniforme

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

tenue:
- grauw; vaal; verschoten; bleek; flets; flauw
Wiktionary:
- tenue → mild, zacht, zwak, stil, onbelangrijk, dunnetjes

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tenue (Nederlands) in het Spaans

tenue:

tenue [de ~] zelfstandig naamwoord

de tenue (gewaad; kleren)
el ropaje; la vestidura
- ropaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- vestidura [la ~] zelfstandig naamwoord
de tenue (uniform)
el uniforme
- uniforme [el ~] zelfstandig naamwoord
de tenue (kleding; kleren; plunje)
el vestidos; la ropa; la vestimenta; la vestiduras; el ropaje; el trajes
- vestidos [el ~] zelfstandig naamwoord
- ropa [la ~] zelfstandig naamwoord
- vestimenta [la ~] zelfstandig naamwoord
- vestiduras [la ~] zelfstandig naamwoord
- ropaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- trajes [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tenue:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ropa	kleding; kleren; plunje; tenue	benodigde; dracht; folkloristisch kostuum; garderobe; goed; hangkast; klederdracht; kleding; kleren; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering; vestiaire; wasgoed
ropaje	gewaad; kleding; kleren; plunje; tenue	dracht; folkloristisch kostuum; klederdracht; uitdossing
trajes	kleding; kleren; plunje; tenue	colbertkostuums
uniforme	tenue; uniform	dracht; folkloristisch kostuum; klederdracht
vestidos	kleding; kleren; plunje; tenue	benodigde; dracht; folkloristisch kostuum; klederdracht; monstering; outfit; outillage; passementen; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
vestidura	gewaad; kleren; tenue	gewaad; jurk; robe; uitdossing
vestiduras	kleding; kleren; plunje; tenue
vestimenta	kleding; kleren; plunje; tenue	benodigde; monstering; outfit; outillage; uitdossing; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uniforme		eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkblijvend; hetzelfde; identiek; net zo; uniform

Verwante woorden van "tenue":

tenues, tenuetje

Wiktionary: tenue

Cross Translation:

From	To	Via
• tenue	→ uniforme	↔ Uniform — einheitlicher Anzug, Bekleidung

Spaans

Uitgebreide vertaling voor tenue (Spaans) in het Nederlands

tenue:

tenue bijvoeglijk naamwoord

tenue (pardo; ancho; gris; incoloro; puerco; lívido; holgado; mugriento; desaliñado; deslucido; plomizo; descolorido; grisáceo; pardusco; sin color)
grauw; vaal
- grauw bijvoeglijk naamwoord
- vaal bijvoeglijk naamwoord
tenue (pálido; soso; flojo; vago; agotado; débil; blanco; lejano; gris; pardo; canoso; gastado; lívido; caduco; difuso; desgastado; mustio; enfermizo; lánguido; desteñido; deslucido; plomizo; incoloro; descolorido; manoseado; desmudado; sin color)
verschoten; bleek; flets; flauw
- verschoten bijvoeglijk naamwoord
- bleek bijvoeglijk naamwoord
- flets bijvoeglijk naamwoord
- flauw bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor tenue:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grauw		bufido; caña de pescar; chusma; gentuza; gruñido; gruño; rabotada
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bleek	agotado; blanco; caduco; canoso; descolorido; desgastado; deslucido; desmudado; desteñido; difuso; débil; enfermizo; flojo; gastado; gris; incoloro; lejano; lánguido; lívido; manoseado; mustio; pardo; plomizo; pálido; sin color; soso; tenue; vago	apagado; blanco; claro; descolorido; deslucido; deslustrado; incoloro; lívido; mate; muy usado; pálido; sin brillo; sin color
flauw	agotado; blanco; caduco; canoso; descolorido; desgastado; deslucido; desmudado; desteñido; difuso; débil; enfermizo; flojo; gastado; gris; incoloro; lejano; lánguido; lívido; manoseado; mustio; pardo; plomizo; pálido; sin color; soso; tenue; vago	borroso; con poca sal; confuso; desabrido; descolorido; débil; enfermizo; indefinido; insulso; insípido; pesado; pobre de sal; sin sabor; sin sal; soso; vago
flets	agotado; blanco; caduco; canoso; descolorido; desgastado; deslucido; desmudado; desteñido; difuso; débil; enfermizo; flojo; gastado; gris; incoloro; lejano; lánguido; lívido; manoseado; mustio; pardo; plomizo; pálido; sin color; soso; tenue; vago	apagado; descolorido; deslustrado; mate; pálido; sin brillo
grauw	ancho; desaliñado; descolorido; deslucido; gris; grisáceo; holgado; incoloro; lívido; mugriento; pardo; pardusco; plomizo; puerco; sin color; tenue	apagado; deplorable; deprimido; desolado; desolador; grisáceo; melancólico; sombrío; triste
vaal	ancho; desaliñado; descolorido; deslucido; gris; grisáceo; holgado; incoloro; lívido; mugriento; pardo; pardusco; plomizo; puerco; sin color; tenue	de color gris ceniza
verschoten	agotado; blanco; caduco; canoso; descolorido; desgastado; deslucido; desmudado; desteñido; difuso; débil; enfermizo; flojo; gastado; gris; incoloro; lejano; lánguido; lívido; manoseado; mustio; pardo; plomizo; pálido; sin color; soso; tenue; vago

Verwante woorden van "tenue":

tenues

Synoniemen voor "tenue":

aéreo; etéreo; ligero; sutil; vaporoso; volátil; delicado; leve
evanescente
grácil; suave
liviano
vago; lene; indeterminado; ingrávido

Wiktionary: tenue

Cross Translation:

From	To	Via
• tenue	→ mild; zacht	↔ bland — Mild; dull; soft; gentle; smooth in manner; suave
• tenue	→ zwak	↔ faint — lacking distinctness
• tenue	→ zwak	↔ faint — performed in a weak or feeble manner
• tenue	→ zacht	↔ soft — gentle
• tenue	→ zacht; stil	↔ soft — of a sound
• tenue	→ onbelangrijk; dunnetjes	↔ tenuous — thin in substance or consistency

Remove Ads

Nederlandse en Spaanse zoekresultaten voor: tenue

Uitgebreide vertaling voor tenue (Nederlands) in het Spaans

tenue:

tenue [de ~] zelfstandig naamwoord

de tenue (gewaad; kleren)

de tenue (uniform)

de tenue (kleding; kleren; plunje)

Vertaal Matrix voor tenue:

Verwante woorden van "tenue":

Wiktionary: tenue

Uitgebreide vertaling voor tenue (Spaans) in het Nederlands

tenue:

tenue bijvoeglijk naamwoord

tenue (pardo; ancho; gris; incoloro; puerco; lívido; holgado; mugriento; desaliñado; deslucido; plomizo; descolorido; grisáceo; pardusco; sin color)

tenue (pálido; soso; flojo; vago; agotado; débil; blanco; lejano; gris; pardo; canoso; gastado; lívido; caduco; difuso; desgastado; mustio; enfermizo; lánguido; desteñido; deslucido; plomizo; incoloro; descolorido; manoseado; desmudado; sin color)

Vertaal Matrix voor tenue:

Verwante woorden van "tenue":

Synoniemen voor "tenue":

Wiktionary: tenue