Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- roffel:
- roffelen:
-
Wiktionary:
- roffel → redoble, redoblamiento, redobladura
- roffelen → redoblar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor roffel (Nederlands) in het Spaans
roffel:
-
de roffel
Vertaal Matrix voor roffel:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| garlopa | roffel | |
| redoble | roffel | geroffel; getrommel |
Verwante woorden van "roffel":
Wiktionary: roffel
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • roffel | → redoble; redoblamiento; redobladura | ↔ roll — the uniform beating of a drum |
roffel vorm van roffelen:
-
roffelen (trommelen; de trom roeren)
Conjugations for roffelen:
o.t.t.
- roffel
- roffelt
- roffelt
- roffelen
- roffelen
- roffelen
o.v.t.
- roffelde
- roffelde
- roffelde
- roffelden
- roffelden
- roffelden
v.t.t.
- heb geroffeld
- hebt geroffeld
- heeft geroffeld
- hebben geroffeld
- hebben geroffeld
- hebben geroffeld
v.v.t.
- had geroffeld
- had geroffeld
- had geroffeld
- hadden geroffeld
- hadden geroffeld
- hadden geroffeld
o.t.t.t.
- zal roffelen
- zult roffelen
- zal roffelen
- zullen roffelen
- zullen roffelen
- zullen roffelen
o.v.t.t.
- zou roffelen
- zou roffelen
- zou roffelen
- zouden roffelen
- zouden roffelen
- zouden roffelen
diversen
- roffel!
- roffelt!
- geroffeld
- roffelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor roffelen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| repercutir | de trom roeren; roffelen; trommelen | echoën; galmen; herhalen; nabouwen; naklinken; napraten; nawerken; nawerken van geneesmiddelen; nazeggen; reflecteren; resoneren; schallen; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; terugwerken; terugwerkende kracht hebben; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen |
| tocar redobles | de trom roeren; roffelen; trommelen |
Verwante woorden van "roffelen":
Computer vertaling door derden: