Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- kruipen:
-
Wiktionary:
- kruipen → arrastrarse, reptar
- kruipen → rampar, gatear, arrastrarse, reptar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kruipen (Nederlands) in het Spaans
kruipen:
-
kruipen (sluipen)
-
kruipen (stroop om de mond smeren; vleien; flikflooien; flatteren; vlemen)
gatear; engatusar; adular; halagar; dar coba a-
gatear werkwoord
-
engatusar werkwoord
-
adular werkwoord
-
halagar werkwoord
-
dar coba a werkwoord
-
-
kruipen (krioelen; wemelen)
hormiguear-
hormiguear werkwoord
-
-
kruipen (onderdanig zijn)
ser sometido; ser rendido; ser humilde; ser obediente; ser sumiso-
ser sometido werkwoord
-
ser rendido werkwoord
-
ser humilde werkwoord
-
ser obediente werkwoord
-
ser sumiso werkwoord
-
-
kruipen
Conjugations for kruipen:
o.t.t.
- kruip
- kruipt
- kruipt
- kruipen
- kruipen
- kruipen
o.v.t.
- kroop
- kroop
- kroop
- kropen
- kropen
- kropen
v.t.t.
- heb gekropen
- hebt gekropen
- heeft gekropen
- hebben gekropen
- hebben gekropen
- hebben gekropen
v.v.t.
- had gekropen
- had gekropen
- had gekropen
- hadden gekropen
- hadden gekropen
- hadden gekropen
o.t.t.t.
- zal kruipen
- zult kruipen
- zal kruipen
- zullen kruipen
- zullen kruipen
- zullen kruipen
o.v.t.t.
- zou kruipen
- zou kruipen
- zou kruipen
- zouden kruipen
- zouden kruipen
- zouden kruipen
en verder
- ben gekropen
- bent gekropen
- is gekropen
- zijn gekropen
- zijn gekropen
- zijn gekropen
diversen
- kruip!
- kruipt!
- gekropen
- kruipend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kruipen:
Antoniemen van "kruipen":
Verwante definities voor "kruipen":
Wiktionary: kruipen
kruipen
Cross Translation:
verb
-
(ergatief) zich laag bij de grond, meest op handen en knieën gericht voortbewegen
- kruipen → arrastrarse; reptar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kruipen | → rampar; gatear; arrastrarse; reptar | ↔ crawl — to move along the ground |