Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. hacker:
  2. Wiktionary:
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hacker:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hacker (Nederlands) in het Spaans

hacker:

hacker [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. hacker (computerkraker)
    el pirata informático; el hacker
  2. hacker
    el hacker
    • hacker [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hacker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacker computerkraker; hacker
pirata informático computerkraker; hacker

Verwante woorden van "hacker":

  • hackers

Wiktionary: hacker

hacker
noun
  1. iemand die zich onbevoegd toegang verschaft tot een computersysteem

Cross Translation:
FromToVia
hacker hacker Hacker — nach allgemeinem Verständnis ein überaus talentierter Computerspezialist, der insbesondere Sicherheitsbarrieren überwinden und in fremde Systeme eindringen kann
hacker hackear hacker — info|fr anglicisme|fr Explorer, fouiller, sonder, bricoler, bidouiller un système d'information, un matériel ou système informatique, par culture numérique ou jeu.



Spaans

Uitgebreide vertaling voor hacker (Spaans) in het Nederlands

hacker:

hacker [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el hacker (pirata informático)
    de computerkraker; hacker
  2. el hacker
    hacker
    • hacker [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hacker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
computerkraker hacker; pirata informático
hacker hacker; pirata informático

Wiktionary: hacker

hacker
noun
  1. iemand die zich onbevoegd toegang verschaft tot een computersysteem

Cross Translation:
FromToVia
hacker hacker Hacker — nach allgemeinem Verständnis ein überaus talentierter Computerspezialist, der insbesondere Sicherheitsbarrieren überwinden und in fremde Systeme eindringen kann