Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- genieten:
-
Wiktionary:
- genieten → recibir
-
Gebruikers suggesties voor genieten:
- divertirse
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor genieten (Nederlands) in het Spaans
genieten:
-
genieten (genot hebben van; amuseren)
– er plezier aan beleven 1disfrutar; gustar; gozar; disfrutar comiendo; paladear; comer con gusto; saborear; deleitarse; golosinear-
disfrutar werkwoord
-
gustar werkwoord
-
gozar werkwoord
-
disfrutar comiendo werkwoord
-
paladear werkwoord
-
comer con gusto werkwoord
-
saborear werkwoord
-
deleitarse werkwoord
-
golosinear werkwoord
-
Conjugations for genieten:
o.t.t.
- geniet
- geniet
- geniet
- genieten
- genieten
- genieten
o.v.t.
- genoot
- genoot
- genoot
- genoten
- genoten
- genoten
v.t.t.
- heb genoten
- hebt genoten
- heeft genoten
- hebben genoten
- hebben genoten
- hebben genoten
v.v.t.
- had genoten
- had genoten
- had genoten
- hadden genoten
- hadden genoten
- hadden genoten
o.t.t.t.
- zal genieten
- zult genieten
- zal genieten
- zullen genieten
- zullen genieten
- zullen genieten
o.v.t.t.
- zou genieten
- zou genieten
- zou genieten
- zouden genieten
- zouden genieten
- zouden genieten
diversen
- geniet!
- geniet!
- genoten
- genietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze