Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bebouwd:
  2. bebouwen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bebouwd (Nederlands) in het Spaans

bebouwd:

bebouwd bijvoeglijk naamwoord

  1. bebouwd
    edificado; cultivado

Vertaal Matrix voor bebouwd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cultivado bebouwd beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; geleerd; geschoold; met zorg aangekweekt; onderwezen; ontgonnen; ontwikkeld
edificado bebouwd gecultiveerd

bebouwen:

bebouwen werkwoord (bebouw, bebouwt, bebouwde, bebouwden, bebouwd)

  1. bebouwen
    construir; cultivar; edificar

Conjugations for bebouwen:

o.t.t.
  1. bebouw
  2. bebouwt
  3. bebouwt
  4. bebouwen
  5. bebouwen
  6. bebouwen
o.v.t.
  1. bebouwde
  2. bebouwde
  3. bebouwde
  4. bebouwden
  5. bebouwden
  6. bebouwden
v.t.t.
  1. heb bebouwd
  2. hebt bebouwd
  3. heeft bebouwd
  4. hebben bebouwd
  5. hebben bebouwd
  6. hebben bebouwd
v.v.t.
  1. had bebouwd
  2. had bebouwd
  3. had bebouwd
  4. hadden bebouwd
  5. hadden bebouwd
  6. hadden bebouwd
o.t.t.t.
  1. zal bebouwen
  2. zult bebouwen
  3. zal bebouwen
  4. zullen bebouwen
  5. zullen bebouwen
  6. zullen bebouwen
o.v.t.t.
  1. zou bebouwen
  2. zou bebouwen
  3. zou bebouwen
  4. zouden bebouwen
  5. zouden bebouwen
  6. zouden bebouwen
diversen
  1. bebouw!
  2. bebouwt!
  3. bebouwd
  4. bebouwende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bebouwen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cultivar beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
construir bebouwen aanbouwen; aanbrengen; aanleggen; arrangeren; bijbouwen; bouwen; construeren; expanderen; iets op touw zetten; in elkaar timmeren; ineentimmeren; inrichten; installeren; metselen; monteren en aansluiten; opbouwen; openen; plaatsen; regelen; timmerend in elkaar zetten; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden
cultivar bebouwen aankweken; aanplanten; broeden; fokken; genereren; geschikt maken voor bebouwing; kweken; ontginnen; ontwikkelen; opkweken; planten; procreëren; telen; tot ontwikkeling brengen; uitbroeden; verbouwen; voortbrengen; warmhouden
edificar bebouwen bouwen; construeren

Wiktionary: bebouwen

bebouwen
verb
  1. vullen met gebouwen
  2. landbouwgrond bewerken

Cross Translation:
FromToVia
bebouwen arar till — to work or cultivate
bebouwen cultivar cultivertravailler une terre pour la rendre plus fertile et pour améliorer ses productions.