Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zweren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwoor (Nederlands) in het Spaans

zwoor vorm van zweren:

zweren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zweren
    el abscesos

zweren werkwoord (zweer, zweert, zwoor, zworen, gezworen)

  1. zweren (een eed doen)
  2. zweren (een eed afleggen)

Conjugations for zweren:

o.t.t.
  1. zweer
  2. zweert
  3. zweert
  4. zweren
  5. zweren
  6. zweren
o.v.t.
  1. zwoor
  2. zwoor
  3. zwoor
  4. zworen
  5. zworen
  6. zworen
v.t.t.
  1. heb gezworen
  2. hebt gezworen
  3. heeft gezworen
  4. hebben gezworen
  5. hebben gezworen
  6. hebben gezworen
v.v.t.
  1. had gezworen
  2. had gezworen
  3. had gezworen
  4. hadden gezworen
  5. hadden gezworen
  6. hadden gezworen
o.t.t.t.
  1. zal zweren
  2. zult zweren
  3. zal zweren
  4. zullen zweren
  5. zullen zweren
  6. zullen zweren
o.v.t.t.
  1. zou zweren
  2. zou zweren
  3. zou zweren
  4. zouden zweren
  5. zouden zweren
  6. zouden zweren
diversen
  1. zweer!
  2. zweert!
  3. gezworen
  4. zwerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zweren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abscesos zweren
chinchar gepest; geplaag; pesterij
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chinchar een eed afleggen; zweren etteren; griepen; inhaleren; klieren; over de longen roken; zeiken; zemelen
hacer un juramento een eed doen; zweren
jurar een eed doen; zweren
prestar juramento een eed afleggen; een eed doen; zweren

Verwante woorden van "zweren":


Wiktionary: zweren

zweren
verb
  1. een eed afleggen
  2. etteren

Cross Translation:
FromToVia
zweren jurar swear — to take an oath
zweren jurar jurer — Traductions à trier suivant le sens