Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zullen (Nederlands) in het Spaans
zullen:
-
zullen
Conjugations for zullen:
o.t.t.
- zal
- zult
- zal
- zullen
- zullen
- zullen
o.v.t.
- zou
- zou
- zou
- zouden
- zouden
- zouden
o.t.t.t.
- zal zullen
- zult zullen
- zal zullen
- zullen zullen
- zullen zullen
- zullen zullen
o.v.t.t.
- zou zullen
- zou zullen
- zou zullen
- zouden zullen
- zouden zullen
- zouden zullen
diversen
- zal!
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor zullen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
deber | moeten; plicht | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
deber | zullen | dienen; lenen; moeten; ontlenen; schuldig zijn; verplicht zijn |
haber de | zullen | believen; dienen; moeten; verplicht zijn; willen |
ir a | zullen | aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen |
tener que | zullen | behoeven; believen; benodigen; dienen; hoeven; moeten; nodig hebben; verplicht zijn; willen |
- | dienen; moeten |
Synoniemen voor "zullen":
Antoniemen van "zullen":
Verwante definities voor "zullen":
Computer vertaling door derden: