Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zoutzak:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoutzak (Nederlands) in het Spaans

zoutzak:

zoutzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zoutzak
    el saco de sal
  2. de zoutzak (treuzelaar; slome)
    el remolón; el tardón
    • remolón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tardón [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zoutzak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
remolón slome; treuzelaar; zoutzak draler; druil; hannes; keutelaar; luiaard; luilak; luiwammes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
saco de sal zoutzak
tardón slome; treuzelaar; zoutzak hannes; laatkomer; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; telaatkomer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
remolón aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
tardón aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend

Verwante woorden van "zoutzak":

  • zoutzakken