Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zoeker:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoeker (Nederlands) in het Spaans

zoeker:

zoeker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zoeker
    el visor; el busca
    • visor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • busca [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zoeker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
busca zoeker semafoon
visor zoeker

Verwante woorden van "zoeker":

  • zoekers, zoekertje, zoekertjes, zoekertjes

Wiktionary: zoeker


Cross Translation:
FromToVia
zoeker buscador searcher — One who searches
zoeker buscador seeker — One who seeks