Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zier:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zier (Nederlands) in het Spaans

zier:

zier [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de zier
    la pizca; el ápice; la pequeñez de nada

Vertaal Matrix voor zier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pequeñez de nada zier ziertje
pizca zier greintje; snuifje; zweem
ápice zier haarbreed; hoogtepunt; piek; summum; top; toppunt

Verwante woorden van "zier":