Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
chillar
|
|
joelen
|
reclamar
|
|
aanspraak maken op; claim; opvorderen; vordering
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
chillar
|
zich beklagen
|
blaffen; blèren; brullen; bulderen; daveren; emmeren; fluisteren; foeteren; gillen; het uitgillen; huilen; janken; joelen; knarsen; krassen; krijsen; lispelen; luidkeels iets verkondigen; piepen; roepen; schetteren; schreeuwen; sissen; tetteren; uitbrullen; uitgillen; uitjouwen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen; zich krabben
|
deplorar
|
zich beklagen
|
beklagen; berouwen; betreuren; medelijden hebben; spijten
|
gañir
|
zich beklagen
|
brullen; emmeren; huilen; janken; krijsen; sniffen; snotteren
|
gemir
|
zich beklagen
|
brullen; emmeren; huilen; jammeren; janken; jeremiëren; kermen; kreunen; krijsen; steunen; temen; weeklagen
|
gimotear
|
zich beklagen
|
emmeren; grienen; huilen; janken; kreunen; snikken; snotteren; steunen; temen
|
hacer la guaya
|
zich beklagen
|
emmeren
|
lamentar
|
zich beklagen
|
beklagen; betreuren; jammer vinden; kermen; klagen; medelijden hebben; spijten; zeuren
|
lamentarse
|
zich beklagen
|
emmeren; klagen; lamenteren; misnoegen uiten; over iets mopperen
|
llorar
|
zich beklagen
|
bewenen; brullen; gillen; grienen; huilen; janken; krijsen; schreien; snikken; snotteren
|
lloriquear
|
zich beklagen
|
emmeren; grienen; huilen; janken; schreien; snikken; snotteren; zemelen
|
quejarse
|
zich beklagen
|
emmeren; etteren; griepen; jammeren; jeremiëren; klagen; klieren; misnoegen uiten; over iets mopperen; weeklagen; zeiken
|
quejarse de
|
zich beklagen
|
|
reclamar
|
zich beklagen
|
aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; een klacht indienen; eisen; inmanen; invorderen; klagen; opeisen; opvorderen; opvragen; reclameren; rekwireren; terugeisen; terugvorderen; terugvragen; verzoeken; vorderen; vragen; zijn beklag indienen
|