Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- zeil:
- zeilen:
-
Wiktionary:
- zeil → vela
- zeilen → navegar, navegación, navegar a vela, vela
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zeil (Nederlands) in het Spaans
zeil:
-
de zeil (dekzeil)
Vertaal Matrix voor zeil:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lona | dekzeil; zeil | dekkleed; tentdek; tentdoek; tentkleed; tentlinnen; tentstof; tentzeil; zeildoek |
lona alquitranada | dekzeil; zeil |
Verwante woorden van "zeil":
Verwante definities voor "zeil":
zeilen:
-
zeilen (varen)
navegar a la vela; navegar; deslizar; navegar por-
navegar a la vela werkwoord
-
navegar werkwoord
-
deslizar werkwoord
-
navegar por werkwoord
-
Conjugations for zeilen:
o.t.t.
- zeil
- zeilt
- zeilt
- zeilen
- zeilen
- zeilen
o.v.t.
- zeilde
- zeilde
- zeilde
- zeilden
- zeilden
- zeilden
v.t.t.
- heb gezeild
- hebt gezeild
- heeft gezeild
- hebben gezeild
- hebben gezeild
- hebben gezeild
v.v.t.
- had gezeild
- had gezeild
- had gezeild
- hadden gezeild
- hadden gezeild
- hadden gezeild
o.t.t.t.
- zal zeilen
- zult zeilen
- zal zeilen
- zullen zeilen
- zullen zeilen
- zullen zeilen
o.v.t.t.
- zou zeilen
- zou zeilen
- zou zeilen
- zouden zeilen
- zouden zeilen
- zouden zeilen
diversen
- zeil!
- zeilt!
- gezeild
- zeilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de zeilen (zeildoeken)
Vertaal Matrix voor zeilen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lonas | zeildoeken; zeilen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
deslizar | varen; zeilen | iemand iets toestoppen |
navegar | varen; zeilen | bevaren; koers zetten naar; koersen naar; kruisen; laveren; navigeren; opkruisen; oplaveren; stevenen; tegen de wind in varen; varen |
navegar a la vela | varen; zeilen | |
navegar por | varen; zeilen | stevenen |
Verwante woorden van "zeilen":
Wiktionary: zeilen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zeilen | → navegar | ↔ sail — to ride in a boat, especially sailboat |
• zeilen | → navegación | ↔ sailing — motion across water |
• zeilen | → navegar a vela | ↔ segeln — (intransitiv), meist von einem Schiff oder dessen Besatzung den Wind als Antrieb für die Fortbewegung nutzen |
• zeilen | → vela | ↔ voile — Pratique de la navigation en bateau à voile (3) : |