Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- zat:
- zitten:
-
Wiktionary:
- zat → borracho, ebrio, satisfecho, lleno
- zitten → estar sentado, estar
- zitten → estar, sentar, estar sentado, haber, posarse, sentarse
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zat (Nederlands) in het Spaans
zat:
-
zat (meer dan genoeg)
harto; como una cuba; borracho; borracho perdido; abundante; bebido; emborrachado-
harto bijvoeglijk naamwoord
-
como una cuba bijvoeglijk naamwoord
-
borracho bijvoeglijk naamwoord
-
borracho perdido bijvoeglijk naamwoord
-
abundante bijvoeglijk naamwoord
-
bebido bijvoeglijk naamwoord
-
emborrachado bijvoeglijk naamwoord
-
-
zat (dronken; beschonken; ladderzat; bezopen)
borracho; bebido; emborrachado; de sobra; borracho perdido; abundante; ridículo-
borracho bijvoeglijk naamwoord
-
bebido bijvoeglijk naamwoord
-
emborrachado bijvoeglijk naamwoord
-
de sobra bijvoeglijk naamwoord
-
borracho perdido bijvoeglijk naamwoord
-
abundante bijvoeglijk naamwoord
-
ridículo bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor zat:
Verwante woorden van "zat":
Synoniemen voor "zat":
Antoniemen van "zat":
Verwante definities voor "zat":
Wiktionary: zat
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zat | → borracho; ebrio | ↔ drunk — intoxicated after drinking too much alcohol |
• zat | → satisfecho; lleno | ↔ full — satisfied, in relation to eating |
• zat | → borracho | ↔ intoxicated — stupefied by alcohol |
• zat | → borracho; ebrio | ↔ ivre — Qui a le cerveau troubler par l’effet des boissons fermenter, par l’alcool, etc. |
zat vorm van zitten:
-
zitten
-
zitten
Conjugations for zitten:
o.t.t.
- zit
- zit
- zit
- zitten
- zitten
- zitten
o.v.t.
- zat
- zat
- zat
- zaten
- zaten
- zaten
v.t.t.
- heb gezeten
- hebt gezeten
- heeft gezeten
- hebben gezeten
- hebben gezeten
- hebben gezeten
v.v.t.
- had gezeten
- had gezeten
- had gezeten
- hadden gezeten
- hadden gezeten
- hadden gezeten
o.t.t.t.
- zal zitten
- zult zitten
- zal zitten
- zullen zitten
- zullen zitten
- zullen zitten
o.v.t.t.
- zou zitten
- zou zitten
- zou zitten
- zouden zitten
- zouden zitten
- zouden zitten
diversen
- zit!
- zit!
- gezeten
- zittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor zitten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sentar | zitten | |
sentarse | zitten | gaan zitten; plaatsnemen; zich neerzetten; zich zetten |
- | bevinden; ophouden |
Verwante woorden van "zitten":
Synoniemen voor "zitten":
Verwante definities voor "zitten":
Wiktionary: zitten
zitten
Cross Translation:
verb
-
op het zitvlak rusten
- zitten → estar sentado; estar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zitten | → estar | ↔ be — occupy a place |
• zitten | → sentar; estar sentado | ↔ sit — of a person, be in a position in which the upper body is upright and the legs are supported |
• zitten | → haber | ↔ there be — to exist |
• zitten | → posarse; sentarse | ↔ setzen — (reflexiv) sich selbst in eine sitzende Position bringen |