Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zacht ruisen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zacht ruisen (Nederlands) in het Spaans

zacht ruisen:

zacht ruisen werkwoord

  1. zacht ruisen (ruisen)
    susurrar; murmurar; cotorrear

zacht ruisen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. zacht ruisen
    el sussurar suavemente

Vertaal Matrix voor zacht ruisen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cotorrear leuten
sussurar suavemente zacht ruisen
susurrar geruis; ruis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cotorrear ruisen; zacht ruisen babbelen; belasteren; etteren; griepen; ijlen; kakelen; keuvelen; kletsen; kletspraat verkopen; klieren; kwaadspreken; kwaken; kwebbelen; kwetteren; lasteren; leuteren; lullen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; ratelen; roddelen; snateren; wartaal spreken; zeiken; zeveren; zwammen; zwetsen
murmurar ruisen; zacht ruisen kabbelen; klateren; knorren; knorrend geluid maken; mompelen; prevelen; ruisen; suizelen; suizen
susurrar ruisen; zacht ruisen knisperen; ritselen; ruisen; suizelen; suizen

Verwante vertalingen van zacht ruisen