Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
acuerdo
|
winkel; winkelzaak; zaak
|
accoord; accorderen; afkondiging; afspraak; afspreken; akkoord; arrangement; articulatie; band; beslechting; binding; bond; bondgenootschap; compromis; contract; decreet; evenbeeld; federatie; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; instemming; liga; overeenkomst; overeenstemming; pact; regeling; schikking; toestemming; uitspraak; uitvaardiging; unie; verbond; verdrag; vergelijk; vonnisvelling
|
artículo
|
artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak
|
artikel; beding; bouwstof; clausule; essay; grondstof; hoofdwoord; item; lemma; lidwoord; materiaal; verhandeling; zinsnede
|
asunto
|
aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak
|
ambacht; chapiter; hoofdstuk; issue; kapittel; kwestie; kwesties; métier; onderwerp; opgaaf; opgave; probleem; problematiek; problemen; punt; stiel; subject; thema; thema van een boek; vak; vraagstuk; zwaarte
|
bien
|
artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak
|
activa
|
casa de comercio
|
bedrijf; firma; onderneming; zaak
|
bedrijf; concern; handelsbedrijf; handelsfirma; handelshuis; industrie; onderneming; tak van nijverheid
|
casa mercantil
|
handelsonderneming; handelszaak; zaak
|
|
caso
|
geval; kwestie; winkel; winkelzaak; zaak
|
aanvraag; casus; contract; evenement; gebeurtenis; geval; incident; kwestie; naamval; taak; zaakje
|
comercio
|
bedrijf; handel; kleine onderneming; nering; winkel; winkelbedrijf; winkelzaak; zaak
|
commercie; goederenhandel; handel; handelsverkeer; handelswaar; industrie; klandizie; koophandel; koopwaar; markt; negotie; nering; tak van nijverheid; toko; waar
|
cosa
|
aangelegenheid; affaire; artikel; ding; geval; goed; item; kwestie; object; voorwerp; winkel; winkelzaak; zaak
|
goedje; materiaal; spul
|
cuestión
|
aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak
|
feit; financiële kwestie; gebeurtenis; geldzaak; incident; interpellatie; kwestie; kwesties; opgaaf; opgave; probleem; problematiek; problemen; voorval; vraag; vraagstuk; zwaarte
|
empresa
|
bedrijf; firma; onderneming; zaak
|
bedrijf; corporatie; coöperatie; devies; firma; handelsbedrijf; handelshuis; handelsmaatschappij; handelsonderneming; handelsvennootschap; handelsvereniging; kenspreuk; maatschap; maatschappij; motto; onderneming; vennootschap; zinspreuk
|
empresa comercial
|
handelsonderneming; handelszaak; zaak
|
bedrijf; concern; corporatie; handelsfirma; handelshuis; handelsmaatschappij; handelsonderneming; handelsvennootschap; handelsvereniging; onderneming
|
mercancías
|
bedrijf; handel; kleine onderneming; nering; winkelbedrijf; zaak
|
artikelen; bezitting; boedel; commercie; dingen; goederen; goederenhandel; goedje; greep; handel; handelsgoederen; handelswaar; handgreep; handvat; hendel; huisraad; inboedel; koopmansgoederen; koopwaar; ladingen; markt; spullen; voorwerpen; vrachten; waar; waren; zaakjes; zaken
|
negocio
|
bedrijf; firma; handel; kleine onderneming; nering; onderneming; winkelbedrijf; zaak
|
casus; commercie; feit; gebeurtenis; geval; handel; handelsverkeer; incident; koophandel; kwestie; negotie; voorval
|
objeto
|
artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak
|
doel; doelschijf; doelwit; intentie; mikpunt; moedwil; object; oogmerk; opzet; plan; planning; voornemen
|
operación comercial
|
deal; transactie; winkel; winkelzaak; zaak
|
|
tienda
|
bedrijf; handel; kleine onderneming; nering; winkelbedrijf; zaak
|
kraampje; tent; toko
|
transacción
|
deal; transactie; zaak
|
casus; feit; gebeurtenis; geval; incident; kwestie; transactie; voorval
|
-
|
bedrijf; ding; kwestie; onderneming
|
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
artículo
|
|
bericht
|
empresa
|
|
grote organisatie; onderneming
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bien
|
|
aangenaam; aanlokkelijk; behaaglijk; correct; fijn; goed; juist; lekker; onbeschadigd; precies; prettig; sec; senang; smakelijk; verlokkend
|