Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. woonwijk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor woonwijk (Nederlands) in het Spaans

woonwijk:

woonwijk [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de woonwijk (stadswijk; buurt; wijk; )
    el barrio; la barriada
    • barrio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barriada [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor woonwijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barriada buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk
barrio buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk afstand; baan; baanvak; buurt; district; etappe; nabijheid; pad; ronde; route; tournee; traject; vliegreis; vliegtocht; vlucht; weg

Verwante woorden van "woonwijk":

  • woonwijken