Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Vertaal willen

Vertaal willen van Nederlands naar Spaans

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

willen:
- querer; desear; tener que; haber de
wil:
- última voluntad
Wiktionary:
- willen → querer, desear, tener ganas
- willen → pretender, intentar, querer, desear, tener ganas
- wil → voluntad
- wil → querer, voluntad, decisión, intención
Gebruikers suggesties voor willen:
- quierer

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor willen (Nederlands) in het Spaans

willen:

willen werkwoord (wil, wilt, wil/wilt, wilde, wilden, gewild)

willen (wensen)
querer; desear
- querer werkwoord
- desear werkwoord
willen (moeten; believen)
querer; tener que; haber de
- querer werkwoord
- tener que werkwoord
- haber de werkwoord

Conjugations for willen:

o.t.t.

wil
wilt
wil/wilt
willen
willen
willen

o.v.t.

wilde
wilde
wilde
wilden
wilden
wilden

v.t.t.

heb gewild
hebt gewild
heeft gewild
hebben gewild
hebben gewild
hebben gewild

v.v.t.

had gewild
had gewild
had gewild
hadden gewild
hadden gewild
hadden gewild

o.t.t.t.

zal willen
zult willen
zal willen
zullen willen
zullen willen
zullen willen

o.v.t.t.

zou willen
zou willen
zou willen
zouden willen
zouden willen
zouden willen

diversen

wil!
wilt!
gewild
willend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor willen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
desear	wensen; willen	begeren; hopen; op hopen zetten; spinzen; toewensen; uitkijken; uitzien; uitzien naar; van hoop vervuld zijn; verlangen
haber de	believen; moeten; willen	dienen; moeten; verplicht zijn; zullen
querer	believen; moeten; wensen; willen	begeren; beminnen; hopen; houden van; kwijnen; kwijnend verlangen; liefhebben; minnen; op hopen zetten; smachten; snakken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
tener que	believen; moeten; willen	behoeven; benodigen; dienen; hoeven; moeten; nodig hebben; verplicht zijn; zullen

Verwante woorden van "willen":

wil

Verwante definities voor "willen":

het bewust proberen te doen, het verlangen of wensen¹
- hij wil weer naar school gaan¹
werkwoord dat een mogelijkheid aangeeft¹
- het wil wel eens gebeuren dat de auto niet start¹

Wiktionary: willen

willen

verb

iets als verlangen hebben
- willen → querer; desear; tener ganas

Cross Translation:

From	To	Via
• willen	→ pretender; intentar	↔ mean — to intend; plan on doing
• willen	→ querer; desear	↔ want — desire
• willen	→ desear	↔ wish — to hope for an outcome
• willen	→ querer; tener ganas	↔ vouloir — Avoir l’intention, la volonté de faire quelque chose, s’y déterminer. (Sens général)

wil:

wil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de wil (laatste wens)
la última voluntad
- última voluntad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
última voluntad	laatste wens; wil	laatste wil; testament; uiterste wilsbeschikking

Verwante woorden van "wil":

willen, wils

Verwante definities voor "wil":

vermogen om bewust iets te proberen te doen¹
- zij geeft het niet gauw op, ze heeft een sterke wil¹

Wiktionary: wil

wil

noun

de bereidheid of zin om iets te doen
- wil → voluntad

Cross Translation:

From	To	Via
• wil	→ querer; voluntad; decisión; intención	↔ Wille — ein alle Handlungen bestimmendes Streben
• wil	→ voluntad	↔ will — intent or volition
• wil	→ voluntad	↔ gré — volonté, caprice, fantaisie.
• wil	→ voluntad	↔ volonté — faculté de vouloir, de se déterminer à quelque chose.

Verwante vertalingen van willen

¹Muiswerk Woordenboek