Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. wens:
  2. wensen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wens (Nederlands) in het Spaans

wens:

wens [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de wens (verlangen)
    el deseo; el ansia; el anhelo; el afán
    • deseo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ansia [el ~] zelfstandig naamwoord
    • anhelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • afán [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wens:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afán verlangen; wens aandrang; aandrift; ambitie; begeerte; begeren; begerige ijver; drang; drift; eerzucht; gauwigheid; gehaastheid; geploeter; gezwindheid; gezwoeg; graagte; gretigheid; haast; haastigheid; heftig verlangen; hevig verlangen; ijl; impuls; instinct; lust; neiging; noeste vlijt; overijling; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; smachten; snelheid; spoed; tempo; vaart; verlangen; vlotheid; vlugheid; wensen; zucht
anhelo verlangen; wens begeerte; begeren; heftig verlangen; hevig verlangen; hunkering; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht
ansia verlangen; wens aandrang; aandrift; begeerte; begeren; drang; drift; heftig verlangen; hevig verlangen; hunkeren; impuls; lust; neiging; smachten; verlangen; wensen; zucht
deseo verlangen; wens aandrift; bede; begeerte; begeren; drift; geilheid; genoegen; genot; heftig verlangen; hevig verlangen; hitsigheid; instinct; jool; leut; lust; opgewondenheid; plezier; pret; seksuele begeerte; smachten; verlangen; verzoek; vraag; wellust; wensen; zin; zucht

Verwante woorden van "wens":


Verwante definities voor "wens":

  1. wat je wilt dat gebeurt of wat je wilt krijgen1
    • mijn grote wens is een nieuwe fiets1

Wiktionary: wens


Cross Translation:
FromToVia
wens deseo desire — something wished for
wens voluntad will — intent or volition
wens deseo wish — a wish
wens deseo désir — Traductions à trier suivant le sens
wens voluntad grévolonté, caprice, fantaisie.
wens deseo souhaitvœu, désir qu’une chose accomplir.

wens vorm van wensen:

wensen werkwoord (wens, wenst, wenste, wensten, gewenst)

  1. wensen (willen)
    querer; desear

Conjugations for wensen:

o.t.t.
  1. wens
  2. wenst
  3. wenst
  4. wensen
  5. wensen
  6. wensen
o.v.t.
  1. wenste
  2. wenste
  3. wenste
  4. wensten
  5. wensten
  6. wensten
v.t.t.
  1. heb gewenst
  2. hebt gewenst
  3. heeft gewenst
  4. hebben gewenst
  5. hebben gewenst
  6. hebben gewenst
v.v.t.
  1. had gewenst
  2. had gewenst
  3. had gewenst
  4. hadden gewenst
  5. hadden gewenst
  6. hadden gewenst
o.t.t.t.
  1. zal wensen
  2. zult wensen
  3. zal wensen
  4. zullen wensen
  5. zullen wensen
  6. zullen wensen
o.v.t.t.
  1. zou wensen
  2. zou wensen
  3. zou wensen
  4. zouden wensen
  5. zouden wensen
  6. zouden wensen
diversen
  1. wens !
  2. wenst !
  3. gewenst
  4. wensend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

wensen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het wensen (verlangen; smachten; zucht; begeren; lust)
    la espera; el deseo; el requerimiento; el suspiro; el aguijón; el avance; el anhelo; la tirantez; el afán; el ardor; la ansiedad; el ansia; el requisito
    • espera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • deseo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • requerimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • suspiro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aguijón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • avance [el ~] zelfstandig naamwoord
    • anhelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tirantez [la ~] zelfstandig naamwoord
    • afán [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ardor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ansiedad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ansia [el ~] zelfstandig naamwoord
    • requisito [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wensen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afán begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrang; aandrift; ambitie; begeerte; begerige ijver; drang; drift; eerzucht; gauwigheid; gehaastheid; geploeter; gezwindheid; gezwoeg; graagte; gretigheid; haast; haastigheid; heftig verlangen; hevig verlangen; ijl; impuls; instinct; lust; neiging; noeste vlijt; overijling; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; spoed; tempo; vaart; verlangen; vlotheid; vlugheid; wens
aguijón begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht angel; gifangel
anhelo begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; heftig verlangen; hevig verlangen; hunkering; lust; verlangen; wens
ansia begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrang; aandrift; begeerte; drang; drift; heftig verlangen; hevig verlangen; hunkeren; impuls; lust; neiging; smachten; verlangen; wens
ansiedad begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht
ardor begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrift; bruine rot; daadkracht; drift; driftstroom; elan; energie; esprit; felheid; fut; gloed; gloeiing; hartstocht; heftigheid; hevigheid; hitte; houtrot; ijver; ijverigheid; instinct; intensiteit; kracht; lust; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; passie; pit; puf; seksuele begeerte; vlam; vlijt; vlijtigheid; voortgedreven vee; vuur; warmte; werklust; werkzaamheid; ziel
avance begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aantal gekomen personen; aantocht; doorbraak; doorbreken; doorbreking; gezichtsmasker; ontwikkelingsgang; opkomst; opmars; progressie; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering
deseo begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrift; bede; begeerte; drift; geilheid; genoegen; genot; heftig verlangen; hevig verlangen; hitsigheid; instinct; jool; leut; lust; opgewondenheid; plezier; pret; seksuele begeerte; verlangen; verzoek; vraag; wellust; wens; zin
espera begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht
requerimiento begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aanmaning; aanschrijving; aansporing tot plicht; aanzegging; daging; dagvaarding; dringend verzoek; herinnering; kennisgeving; maning
requisito begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; restrictie; voorbehoud; voorwaarde
suspiro begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht bezwaar; diepe zucht; grief; het klagen; klacht
tirantez begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht bokkigheid; gespannenheid; harkerigheid; houterigheid; spanning; starheid; stijfte; strakheid; zetmeel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desear wensen; willen begeren; hopen; op hopen zetten; spinzen; toewensen; uitkijken; uitzien; uitzien naar; van hoop vervuld zijn; verlangen
querer wensen; willen begeren; believen; beminnen; hopen; houden van; kwijnen; kwijnend verlangen; liefhebben; minnen; moeten; op hopen zetten; smachten; snakken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; willen

Verwante woorden van "wensen":


Verwante definities voor "wensen":

  1. laten weten dat je wilt dat dat gebeurt1
    • ik wens je veel succes1
  2. willen dat het gebeurt of dat je het krijgt1
    • wij wensen u een prettige verjaardag1

Wiktionary: wensen

wensen
verb
  1. verlangen, op iets hopen

Cross Translation:
FromToVia
wensen desear wish — to hope for an outcome
wensen esperar; desear souhaiterformer un souhait.

Verwante vertalingen van wens