Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wegsmelten (Nederlands) in het Spaans
wegsmelten:
-
wegsmelten
Conjugations for wegsmelten:
o.t.t.
- smelt weg
- smelt weg
- smelt weg
- smelten weg
- smelten weg
- smelten weg
o.v.t.
- smolt weg
- smolt weg
- smolt weg
- smolten weg
- smolten weg
- smolten weg
v.t.t.
- ben weggesmolten
- bent weggesmolten
- is weggesmolten
- zijn weggesmolten
- zijn weggesmolten
- zijn weggesmolten
v.v.t.
- was weggesmolten
- was weggesmolten
- was weggesmolten
- waren weggesmolten
- waren weggesmolten
- waren weggesmolten
o.t.t.t.
- zal wegsmelten
- zult wegsmelten
- zal wegsmelten
- zullen wegsmelten
- zullen wegsmelten
- zullen wegsmelten
o.v.t.t.
- zou wegsmelten
- zou wegsmelten
- zou wegsmelten
- zouden wegsmelten
- zouden wegsmelten
- zouden wegsmelten
diversen
- smelt weg!
- smelt weg!
- weggesmolten
- wegsmeltend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wegsmelten:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| derretirse | wegsmelten | ontbinden; opheffen; uiteen doen gaan |
| fundirse | wegsmelten | in elkaar zinken |
Wiktionary: wegsmelten
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • wegsmelten | → deshelarse | ↔ dégeler — Faire qu’une chose qui geler cesser de l’être. |