Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wegkruipen (Nederlands) in het Spaans
wegkruipen:
-
wegkruipen (toevluchten; schuilen; uitwijken)
refugiarse; ponerse a cubierto; buscar refugio; esconderse-
refugiarse werkwoord
-
ponerse a cubierto werkwoord
-
buscar refugio werkwoord
-
esconderse werkwoord
-
Conjugations for wegkruipen:
o.t.t.
- kruip weg
- kruipt weg
- kruipt weg
- kruipen weg
- kruipen weg
- kruipen weg
o.v.t.
- kroop weg
- kroop weg
- kroop weg
- kropen weg
- kropen weg
- kropen weg
v.t.t.
- ben weggekropen
- bent weggekropen
- is weggekropen
- zijn weggekropen
- zijn weggekropen
- zijn weggekropen
v.v.t.
- was weggekropen
- was weggekropen
- was weggekropen
- waren weggekropen
- waren weggekropen
- waren weggekropen
o.t.t.t.
- zal wegkruipen
- zult wegkruipen
- zal wegkruipen
- zullen wegkruipen
- zullen wegkruipen
- zullen wegkruipen
o.v.t.t.
- zou wegkruipen
- zou wegkruipen
- zou wegkruipen
- zouden wegkruipen
- zouden wegkruipen
- zouden wegkruipen
diversen
- kruip weg!
- kruipt weg!
- weggekropen
- wegkruipend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wegkruipen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
buscar refugio | schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen | |
esconderse | schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen | verschuilen; verstoppen |
ponerse a cubierto | schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen | bescherming zoeken; verschuilen; verstoppen |
refugiarse | schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen | bescherming zoeken; heenkomen; ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; zich vrijmaken |