Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. weekdag:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor weekdag (Nederlands) in het Spaans

weekdag:

weekdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de weekdag
    el día de cada día; el cotidiano

Vertaal Matrix voor weekdag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cotidiano weekdag
día de cada día weekdag alledag; werkdag
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cotidiano alledaagse

Verwante woorden van "weekdag":

  • weekdagen