Wat in het Spaans vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

wat:
- algún; alguna cosa; algo de; cierto; cierta; un poco; algo
- cuánto; por más que; por mucho que; algún; unos; cierta; un par de; algo; un poco; algo de; alguna cosa; poco
- guata; algodón; bolita de algodón
Wiktionary:
- wat → unos, unas, algo, algunos, algunas, qué, cuál, lo que

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wat (Nederlands) in het Spaans

wat (hoeveel)
cuánto; por más que; por mucho que
- cuánto bijvoeglijk naamwoord
- por más que bijvoeglijk naamwoord
- por mucho que bijvoeglijk naamwoord
wat (sommige; enkele; enige; een paar)
algún; unos; cierta; un par de; algo; un poco; algo de; alguna cosa; poco
- algún bijvoeglijk naamwoord
- unos bijvoeglijk naamwoord
- cierta bijvoeglijk naamwoord
- un par de bijvoeglijk naamwoord
- algo bijvoeglijk naamwoord
- un poco bijvoeglijk naamwoord
- algo de bijvoeglijk naamwoord
- alguna cosa bijvoeglijk naamwoord
- poco bijvoeglijk naamwoord

wat (watten; watje)
la guata; el algodón; la bolita de algodón
- guata [la ~] zelfstandig naamwoord
- algodón [el ~] zelfstandig naamwoord
- bolita de algodón [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
algodón	wat; watje; watten	boomwol; katoen; katoendraad; katoengaren; katoenstof; katoenstruik
bolita de algodón	wat; watje; watten
guata	wat; watje; watten
poco		beetje
-	beetje
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	enigszins
Pronoun	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	iets
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
algo	'n beetje; enig; wat
algo de	iets; wat
alguna cosa	iets; wat
algún	iets; wat
cierta	iets; wat
cierto	iets; wat
por mucho que		hoezeer ook
por más que		hoezeer ook
un poco	'n beetje; enig; wat
unos		sommige
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
algo	een paar; enige; enkele; sommige; wat	lichtelijk; shit
algo de	een paar; enige; enkele; sommige; wat
alguna cosa	een paar; enige; enkele; sommige; wat
algún	een paar; enige; enkele; sommige; wat	eenmalig; uniek
cierta	een paar; enige; enkele; sommige; wat
cierto		bepaald; beslist; een zekere; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
cuánto	hoeveel; wat
poco	een paar; enige; enkele; sommige; wat	beetje; in geringe mate; karig; klein; krap; luttel; miniem; minitueus; niet overvloedig; weinig
por mucho que	hoeveel; wat
por más que	hoeveel; wat
un par de	een paar; enige; enkele; sommige; wat
un poco	een paar; enige; enkele; sommige; wat	shit
unos	een paar; enige; enkele; sommige; wat	circa; omstreeks; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg

heel erg¹
- ze zijn er wát gelukkig mee¹
niet veel, niet zo erg¹
- hij is nog wat klein¹
als je niet weet of wil zeggen waar het precies over gaat¹
- ik heb maar wat gezegd¹
als je laat blijken dat je geschokt bent¹
- wat naar voor je!¹
als je naar iets vraagt¹
- wat wil je weten?¹
als je verwijst naar iets uit de hoofdzin¹
- is er nog iets wat ik voor je kan doen?¹

Cross Translation:

From	To	Via
• wat	→ unos; unas	↔ some — indefinite quantity or number
• wat	→ algo	↔ some — indefinite amount, part
• wat	→ algunos; algunas	↔ some — unspecified quantity or number of
• wat	→ qué; cuál	↔ what — interrogative pronoun
• wat	→ lo que	↔ what — that which; those that; the thing that
• wat	→ qué	↔ was — sächliches Fragewort, Interrogativpronomen
• wat	→ algo	↔ was — Kurzform für etwas (häufig, meist umgangssprachlich verwendet)