Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
-
waarschuwen:
- señalar; regañar; criticar; reprender; amonestar; reprobar; vituperar; reconvenir; declarar hereje; decir; avisar; informar; advertir; poner en conocimiento; anunciar; hacer saber; informar acerca de; comunicar; poner algo en conocimiento; reportar; atemorizar; dar a conocer; reportear; alarmar; informar de; mencionar; dar informes; dar informes sobre; enviar alerta
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor waarschuwen (Nederlands) in het Spaans
waarschuwen:
-
waarschuwen (vermanen; berispen; manen; terechtwijzen)
señalar; regañar; criticar; reprender; amonestar; reprobar; vituperar; reconvenir; declarar hereje-
señalar werkwoord
-
regañar werkwoord
-
criticar werkwoord
-
reprender werkwoord
-
amonestar werkwoord
-
reprobar werkwoord
-
vituperar werkwoord
-
reconvenir werkwoord
-
declarar hereje werkwoord
-
-
waarschuwen (van iets in kennis stellen; informeren; op de hoogte brengen; verwittigen; tippen; inlichten)
decir; avisar; informar; advertir; poner en conocimiento; anunciar; hacer saber; informar acerca de; comunicar; poner algo en conocimiento; reportar; atemorizar; dar a conocer; reportear; alarmar; informar de; mencionar; dar informes; dar informes sobre-
decir werkwoord
-
avisar werkwoord
-
informar werkwoord
-
advertir werkwoord
-
poner en conocimiento werkwoord
-
anunciar werkwoord
-
hacer saber werkwoord
-
informar acerca de werkwoord
-
comunicar werkwoord
-
poner algo en conocimiento werkwoord
-
reportar werkwoord
-
atemorizar werkwoord
-
dar a conocer werkwoord
-
reportear werkwoord
-
alarmar werkwoord
-
informar de werkwoord
-
mencionar werkwoord
-
dar informes werkwoord
-
dar informes sobre werkwoord
-
-
waarschuwen
enviar alerta-
enviar alerta werkwoord
-
Conjugations for waarschuwen:
o.t.t.
- waarschuw
- waarschuwt
- waarschuwt
- waarschuwen
- waarschuwen
- waarschuwen
o.v.t.
- waarschuwde
- waarschuwde
- waarschuwde
- waarschuwden
- waarschuwden
- waarschuwden
v.t.t.
- heb gewaarschuwd
- hebt gewaarschuwd
- heeft gewaarschuwd
- hebben gewaarschuwd
- hebben gewaarschuwd
- hebben gewaarschuwd
v.v.t.
- had gewaarschuwd
- had gewaarschuwd
- had gewaarschuwd
- hadden gewaarschuwd
- hadden gewaarschuwd
- hadden gewaarschuwd
o.t.t.t.
- zal waarschuwen
- zult waarschuwen
- zal waarschuwen
- zullen waarschuwen
- zullen waarschuwen
- zullen waarschuwen
o.v.t.t.
- zou waarschuwen
- zou waarschuwen
- zou waarschuwen
- zouden waarschuwen
- zouden waarschuwen
- zouden waarschuwen
diversen
- waarschuw!
- waarschuwt!
- gewaarschuwd
- waarschuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor waarschuwen:
Verwante definities voor "waarschuwen":
Wiktionary: waarschuwen
waarschuwen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• waarschuwen | → advertir | ↔ caution — to warn |
• waarschuwen | → notificar | ↔ notify — (transitive) To give (someone) notice of (something) |
• waarschuwen | → alertar; avisar; advertir | ↔ warn — to make someone aware of impending danger |
• waarschuwen | → avisar; advertir | ↔ avertir — informer quelqu’un de quelque chose. |
Computer vertaling door derden: