Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vrucht (Nederlands) in het Spaans
vrucht:
-
de vrucht (ooft)
– voortbrengsel van boom, struik of plant 1
Vertaal Matrix voor vrucht:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fruta | ooft; vrucht | fabrikaat; fruit; maaksel; product |