Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adelanto
|
ontwikkelingsgang; progressie; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering
|
aantal gekomen personen; opkomst; prijslijst; tarievenlijst; voorschot
|
avance
|
ontwikkelingsgang; progressie; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering
|
aantal gekomen personen; aantocht; begeren; doorbraak; doorbreken; doorbreking; gezichtsmasker; lust; opkomst; opmars; smachten; verlangen; voortgang; wensen; zucht
|
cobro
|
incassering; incasso; innen; inning; invordering; vordering
|
cheque verzilveren; verzilvering
|
cobro de duedas
|
schuldvordering; vordering
|
|
crecimiento
|
toename; vooruitgang; vordering
|
aangroei; aanwas; aanwinst; bloei; bloeiperiode; expansie; gezwel; groei; groter worden; klimmen; knobbel; omhoogkomen; ontplooiing; ontwikkeling; opbloei; opstijgen; stijgen; stijging; toename; toeneming; tot bloei komen; tumor; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; wasdom
|
demanda
|
claim; eis; vordering; vraag
|
bede; navraag; verzoek; voorstel; vraag
|
demanda judicial
|
claim; eis; vordering
|
eis; rechtsvordering
|
exigencia
|
claim; eis; vordering; vraag
|
beding; kieskeurigheid; must; veeleisendheid; vereiste; voorwaarde
|
exigir
|
opvorderen; vordering
|
|
incremento
|
toename; vooruitgang; vordering
|
aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
|
progreso
|
toename; vooruitgang; vordering
|
allegaartje; educatie; mengelmoes; onderwijs; samenraapsel; scholing
|
recaudación
|
incassering; incasso; innen; inning; invordering; vordering
|
belasting; cheque verzilveren; collecte; heffing; inkomst; inzameling; kosten; kwitantie; leges; ontvangstbewijs; overheidsbelasting; recette; reçu; verzilvering
|
recaudación de deudas
|
schuldvordering; vordering
|
|
reclamación
|
claim; eis; incassering; incasso; innen; inning; invordering; vordering
|
bezwaar; bezwaarschrift; grief; het klagen; klacht; prijslijst; tarievenlijst; tegenmaatregel; tegenvordering
|
reclamar
|
opvorderen; vordering
|
aanspraak maken op; claim
|
subida
|
toename; vooruitgang; vordering
|
aangroei; aanwas; aanwinst; beklimming; bestijging; bijbetaling; expansie; groei; groter worden; inrit; klim; oprijlaan; oprit; opstijging; rijzing; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
exigir
|
|
aanspraak maken op; aanspraak op maken; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; terugeisen; terugvorderen; vereisen; vergen; verlangen; vorderen
|
reclamar
|
|
aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; een klacht indienen; eisen; inmanen; invorderen; klagen; opeisen; opvorderen; opvragen; reclameren; rekwireren; terugeisen; terugvorderen; terugvragen; verzoeken; vorderen; vragen; zich beklagen; zijn beklag indienen
|