Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- voorwerp:
- voorwerpen:
-
Wiktionary:
- voorwerp → objeto
- voorwerp → objeto, producto, cosa, mercancía, género, herramienta, instrumento, medio
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voorwerp (Nederlands) in het Spaans
voorwerp:
Vertaal Matrix voor voorwerp:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
artículo | artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak | artikel; beding; bouwstof; clausule; essay; grondstof; hoofdwoord; item; lemma; lidwoord; materiaal; verhandeling; zinsnede |
bien | artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak | activa |
cosa | artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak | aangelegenheid; affaire; geval; goedje; kwestie; materiaal; spul; winkel; winkelzaak; zaak |
objeto | artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak | doel; doelschijf; doelwit; intentie; mikpunt; moedwil; object; oogmerk; opzet; plan; planning; voornemen |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
artículo | bericht | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bien | aangenaam; aanlokkelijk; behaaglijk; correct; fijn; goed; juist; lekker; onbeschadigd; precies; prettig; sec; senang; smakelijk; verlokkend |
Verwante woorden van "voorwerp":
Wiktionary: voorwerp
voorwerp
Cross Translation:
noun
-
een object, iets dat fysiek bestaat
- voorwerp → objeto
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorwerp | → objeto | ↔ object — thing |
• voorwerp | → objeto | ↔ Objekt — Gegenstand, auf den sich jemand bezieht, auf den das Denken oder Handeln ausgerichtet ist |
• voorwerp | → objeto | ↔ objet — chose tangible et visible, concrète. Chose perceptible par la vue et le toucher. Chose, dans un sens indéterminé. |
• voorwerp | → producto; cosa; objeto; mercancía; género; herramienta; instrumento; medio | ↔ produit — résultat créatif de l’activité humaine. |
voorwerp vorm van voorwerpen:
Vertaal Matrix voor voorwerpen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
artículos | artikelen; koopwaar; voorwerpen; waar | benodigdheid; lidwoorden; materiaal |
mercancías | artikelen; koopwaar; voorwerpen; waar | bedrijf; bezitting; boedel; commercie; dingen; goederen; goederenhandel; goedje; greep; handel; handelsgoederen; handelswaar; handgreep; handvat; hendel; huisraad; inboedel; kleine onderneming; koopmansgoederen; koopwaar; ladingen; markt; nering; spullen; vrachten; waar; waren; winkelbedrijf; zaak; zaakjes; zaken |