Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voorstaan (Nederlands) in het Spaans
voorstaan:
-
voorstaan (van mening zijn)
propugnar; estar a favor de; defender; abogar por-
propugnar werkwoord
-
estar a favor de werkwoord
-
defender werkwoord
-
abogar por werkwoord
-
Conjugations for voorstaan:
o.t.t.
- sta voor
- staat voor
- staat voor
- staan voor
- staan voor
- staan voor
o.v.t.
- stond voor
- stond voor
- stond voor
- stonden voor
- stonden voor
- stonden voor
v.t.t.
- heb voorgestaan
- hebt voorgestaan
- heeft voorgestaan
- hebben voorgestaan
- hebben voorgestaan
- hebben voorgestaan
v.v.t.
- had voorgestaan
- had voorgestaan
- had voorgestaan
- hadden voorgestaan
- hadden voorgestaan
- hadden voorgestaan
o.t.t.t.
- zal voorstaan
- zult voorstaan
- zal voorstaan
- zullen voorstaan
- zullen voorstaan
- zullen voorstaan
o.v.t.t.
- zou voorstaan
- zou voorstaan
- zou voorstaan
- zouden voorstaan
- zouden voorstaan
- zouden voorstaan
diversen
- sta voor!
- staat voor!
- voorgestaan
- voorstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor voorstaan:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
defender | afweren; verdedigen; verweren; weren | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abogar por | van mening zijn; voorstaan | bepleiten; pleiten |
defender | van mening zijn; voorstaan | afweren; bemerken; bepleiten; beschermen; beschutten; in bescherming nemen; opmerken; pleiten; protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; verdedigen; verweren; verzetten; waken; waken over; weren |
estar a favor de | van mening zijn; voorstaan | |
propugnar | van mening zijn; voorstaan | bepleiten; pleiten |