Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- voor:
-
Wiktionary:
- voor → en frente de, delante de, antes
- voor → contra, frente, luchar, para, por, surco, en frente de, delante, opinar, menos, con, antes, aceptar la responsabilidad, de, algo, asumir la responsabilidad, en, en cuanto a, por lo tocante a, respecto de, acerca de, sobre, dentro de, a, hacia, arruga, estría, acanaladura
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voor (Nederlands) in het Spaans
voor:
-
voor (ervoor; daarvoor)
para; por; delante; antes; enfrente; a favor de; para ello; al frente; para eso; a eso; antes de eso; al principio; a la cabeza; en la parte delantera; al efecto; frente a; en la parte de delante; al comienzo-
para bijvoeglijk naamwoord
-
por bijvoeglijk naamwoord
-
delante bijvoeglijk naamwoord
-
antes bijvoeglijk naamwoord
-
enfrente bijvoeglijk naamwoord
-
a favor de bijvoeglijk naamwoord
-
para ello bijvoeglijk naamwoord
-
al frente bijvoeglijk naamwoord
-
para eso bijvoeglijk naamwoord
-
a eso bijvoeglijk naamwoord
-
antes de eso bijvoeglijk naamwoord
-
al principio bijvoeglijk naamwoord
-
a la cabeza bijvoeglijk naamwoord
-
en la parte delantera bijvoeglijk naamwoord
-
al efecto bijvoeglijk naamwoord
-
frente a bijvoeglijk naamwoord
-
en la parte de delante bijvoeglijk naamwoord
-
al comienzo bijvoeglijk naamwoord
-
-
voor
delante de-
delante de bijvoeglijk naamwoord
-
-
voor
-
voor (voordat; alvorens; eer; aleer; alvoor)
Vertaal Matrix voor voor:
Verwante woorden van "voor":
Synoniemen voor "voor":
Antoniemen van "voor":
Verwante definities voor "voor":
Wiktionary: voor
voor
Cross Translation:
preposition
-
dichterbij dan
- voor → en frente de; delante de
-
eerder in tijd
- voor → antes
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voor | → contra; frente | ↔ against — in front of; before a background |
• voor | → luchar | ↔ fight — to strive for |
• voor | → para | ↔ for — directed at, intended to belong to |
• voor | → por | ↔ for — supporting |
• voor | → surco | ↔ furrow — trench cut in the soil |
• voor | → en frente de; delante | ↔ in front of — at or near the front part of |
• voor | → opinar | ↔ judge — to have as an opinion, consider, suppose |
• voor | → menos | ↔ of — (time) before, to |
• voor | → menos; para | ↔ to — time: preceding |
• voor | → con | ↔ with — in support of |
• voor | → antes | ↔ ehe — temporale Subjunktion, leitet einen nachzeitigen (in der Erzählzeit späteren) Satzteil ein: vor einem Bezugszeitpunkt |
• voor | → por; para | ↔ für — mit Akkusativ: etwas oder jemand ist an etwas jemanden gerichtet, bestimmt, zugeordnet |
• voor | → aceptar la responsabilidad; de; algo; asumir la responsabilidad | ↔ verantwortlich zeichnen — Amtssprache, verantwortlich zeichnen für etwas: die übertragene Verantwortung ausübend seine Unterschrift unter etwas setzen |
• voor | → en; en cuanto a; por lo tocante a; respecto de; acerca de; sobre; dentro de; a; hacia | ↔ en — Traductions à trier suivant le sens |
• voor | → para | ↔ pour — Au motif de, dans le but de, afin de, à destination de |
• voor | → por | ↔ pour — En faveur de, en vue de la défense de |
• voor | → surco; arruga; estría; acanaladura | ↔ sillon — tranchée que le soc, le coutre de la charrue ouvre dans la terre qu’on laboure. |