Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vlakte (Nederlands) in het Spaans
vlakte:
-
de vlakte (laagland)
-
de vlakte
Vertaal Matrix voor vlakte:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
descampado | laagland; vlakte | |
llanura | vlakte | effenheid; laagvlakte; vlakheid |
superficie | laagland; vlakte | afmeting van bodemoppervlak; bodemoppervlak; bodemoppervlakte; oppervlak; oppervlakte; vlak |
tierras bajas | laagland; vlakte |
Verwante woorden van "vlakte":
Wiktionary: vlakte
vlakte
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vlakte | → llanura; planicie | ↔ Ebene — Geographie: lang ausgestreckte, flache, hügelfreie Landschaft unabhängig von ihrer Höhe über dem Meer |
• vlakte | → llanura; planicie | ↔ plain — an expanse of land with relatively low relief |
• vlakte | → llano; llanura; planicie | ↔ plaine — plat campagne, grande étendue de terre dans un pays uni. |
vlakte vorm van vlakken:
Conjugations for vlakken:
o.t.t.
- vlak
- vlakt
- vlakt
- vlakken
- vlakken
- vlakken
o.v.t.
- vlakte
- vlakte
- vlakte
- vlakten
- vlakten
- vlakten
v.t.t.
- heb gevlakt
- hebt gevlakt
- heeft gevlakt
- hebben gevlakt
- hebben gevlakt
- hebben gevlakt
v.v.t.
- had gevlakt
- had gevlakt
- had gevlakt
- hadden gevlakt
- hadden gevlakt
- hadden gevlakt
o.t.t.t.
- zal vlakken
- zult vlakken
- zal vlakken
- zullen vlakken
- zullen vlakken
- zullen vlakken
o.v.t.t.
- zou vlakken
- zou vlakken
- zou vlakken
- zouden vlakken
- zouden vlakken
- zouden vlakken
diversen
- vlak!
- vlakt!
- gevlakt
- vlakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze