Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vief:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vief (Nederlands) in het Spaans

vief:

vief bijvoeglijk naamwoord

  1. vief (energiek; levendig; vol fut; geanimeerd)
    enérgico; animado

Vertaal Matrix voor vief:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enérgico energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut actief; beweeglijk; daadkrachtig; dapper; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; flink; fysiek sterk; gespierd; heftig; intens; intensief; krachtdadig; krachtig; levendig; levenskrachtig; levensvatbaar; met een krachtige uitwerking; moedig; moreel sterk; onbeheerst; onstuimig; sterk; stevig; vitaal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animado energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut actief; bedrijvig; beweeglijk; bezet; bezig; blij; blijgestemd; blijmoedig; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; levendig; opgekikkerd; opgeknapt; opgemonterd; opgetogen; opgevrolijkt; opgewekt; verhit; vrolijk; welgemoed; welgestemd

Verwante woorden van "vief":

  • viefheid

Wiktionary: vief


Cross Translation:
FromToVia
vief activo actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
vief vivo vif — Qui est en vie.
vief alerta; atento vigilant — Qui veille avec attention.