Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verzekering:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verzekering (Nederlands) in het Spaans

verzekering:

verzekering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de verzekering (assurantie)
    el seguro
    • seguro [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor verzekering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
seguro assurantie; verzekering
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
seguro absoluut; bedrijfszeker; beproefd; beslist; deugdelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; probaat; risicoloos; ronduit; stellig; vast en zeker; veilig; vertrouwend; vertrouwende; voorwaar; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker

Wiktionary: verzekering

verzekering
noun
  1. overeenkomst waarmee men zorgt voor vergoeding van schade, diefstal e.d. door het betalen van een premie aan degene die verzekert
  2. de mededeling dat iets een feit is

Verwante vertalingen van verzekering