Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verwerken (Nederlands) in het Spaans
verwerken:
-
verwerken
Conjugations for verwerken:
o.t.t.
- verwerk
- verwerkt
- verwerkt
- verwerken
- verwerken
- verwerken
o.v.t.
- verwerkte
- verwerkte
- verwerkte
- verwerkten
- verwerkten
- verwerkten
v.t.t.
- heb verwerkt
- hebt verwerkt
- heeft verwerkt
- hebben verwerkt
- hebben verwerkt
- hebben verwerkt
v.v.t.
- had verwerkt
- had verwerkt
- had verwerkt
- hadden verwerkt
- hadden verwerkt
- hadden verwerkt
o.t.t.t.
- zal verwerken
- zult verwerken
- zal verwerken
- zullen verwerken
- zullen verwerken
- zullen verwerken
o.v.t.t.
- zou verwerken
- zou verwerken
- zou verwerken
- zouden verwerken
- zouden verwerken
- zouden verwerken
diversen
- verwerk!
- verwerkt!
- verwerkt
- verwerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verwerken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gastar | slijten; verslijten | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
consumir | verwerken | aanwenden; benutten; bezigen; consumeren; doorleven; doorstaan; drugs consumeren; eten; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; iets uitgeven; laven; lenigen; lessen; muziek componeren; nuttigen; opeten; oppeuzelen; oproken; opteren; opvreten; tegoed doen; toepassen; tot zich nemen; uitgeven voor een maaltijd; utiliseren; verbruiken; verdragen; verduren; verorberen; verstoken; verteren; vreten |
digerir | verwerken | doorleven; doorstaan; eroderen; opeten; opvreten; verbijten; verdragen; verduren; verkroppen; verstouwen; verstuwen; verteren; vreten; wegvreten |
gastar | verwerken | aanwenden; benutten; doorjagen; doorleven; doorstaan; eroderen; gebruik maken van; gebruiken; iets uitgeven; kosten maken; opmaken; toepassen; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verdragen; verduren; verstoken; verteren; wegslijten; wegvreten |