Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vervliegen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vervliegen (Nederlands) in het Spaans

vervliegen:

vervliegen werkwoord (vervlieg, vervliegt, vervloog, vervlogen, vervlogen)

  1. vervliegen (verdampen; tot damp worden)
    condensar; evaporarse; espesar; evaporar; volatilizarse

Conjugations for vervliegen:

o.t.t.
  1. vervlieg
  2. vervliegt
  3. vervliegt
  4. vervliegen
  5. vervliegen
  6. vervliegen
o.v.t.
  1. vervloog
  2. vervloog
  3. vervloog
  4. vervlogen
  5. vervlogen
  6. vervlogen
v.t.t.
  1. ben vervlogen
  2. bent vervlogen
  3. is vervlogen
  4. zijn vervlogen
  5. zijn vervlogen
  6. zijn vervlogen
v.v.t.
  1. was vervlogen
  2. was vervlogen
  3. was vervlogen
  4. waren vervlogen
  5. waren vervlogen
  6. waren vervlogen
o.t.t.t.
  1. zal vervliegen
  2. zult vervliegen
  3. zal vervliegen
  4. zullen vervliegen
  5. zullen vervliegen
  6. zullen vervliegen
o.v.t.t.
  1. zou vervliegen
  2. zou vervliegen
  3. zou vervliegen
  4. zouden vervliegen
  5. zouden vervliegen
  6. zouden vervliegen
diversen
  1. vervlieg!
  2. vervliegt!
  3. vervlogen
  4. vervliegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vervliegen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
condensar tot damp worden; verdampen; vervliegen condenseren; dikker worden; door koken dikker worden; geconcentreerder worden; indikken; stollen; verdikken
espesar tot damp worden; verdampen; vervliegen dikker worden; door koken dikker worden; indikken; verdikken
evaporar tot damp worden; verdampen; vervliegen vervluchtigen
evaporarse tot damp worden; verdampen; vervliegen
volatilizarse tot damp worden; verdampen; vervliegen

Wiktionary: vervliegen


Cross Translation:
FromToVia
vervliegen desvanecerse flee — to disappear quickly