Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. versuikeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor versuikeren (Nederlands) in het Spaans

versuikeren:

versuikeren werkwoord (versuiker, versuikert, versuikerde, versuikerden, versuikerd)

  1. versuikeren

Conjugations for versuikeren:

o.t.t.
  1. versuiker
  2. versuikert
  3. versuikert
  4. versuikeren
  5. versuikeren
  6. versuikeren
o.v.t.
  1. versuikerde
  2. versuikerde
  3. versuikerde
  4. versuikerden
  5. versuikerden
  6. versuikerden
v.t.t.
  1. heb versuikerd
  2. hebt versuikerd
  3. heeft versuikerd
  4. hebben versuikerd
  5. hebben versuikerd
  6. hebben versuikerd
v.v.t.
  1. had versuikerd
  2. had versuikerd
  3. had versuikerd
  4. hadden versuikerd
  5. hadden versuikerd
  6. hadden versuikerd
o.t.t.t.
  1. zal versuikeren
  2. zult versuikeren
  3. zal versuikeren
  4. zullen versuikeren
  5. zullen versuikeren
  6. zullen versuikeren
o.v.t.t.
  1. zou versuikeren
  2. zou versuikeren
  3. zou versuikeren
  4. zouden versuikeren
  5. zouden versuikeren
  6. zouden versuikeren
diversen
  1. versuiker!
  2. versuikert!
  3. versuikerd
  4. versuikerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor versuikeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sacarificar versuikeren