Verlossing in het Spaans vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

verlossing:
- salvación; gloria; redención; beatitud; alumbramiento; procedencia; liberación; puesta en libertad; emancipación
Wiktionary:
- verlossing → salvación
- verlossing → redención, salvación, franqueo, liberación

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verlossing (Nederlands) in het Spaans

de verlossing (zaligheid)
la salvación; la gloria; la redención; la beatitud
- salvación [la ~] zelfstandig naamwoord
- gloria [la ~] zelfstandig naamwoord
- redención [la ~] zelfstandig naamwoord
- beatitud [la ~] zelfstandig naamwoord
de verlossing (bevalling; geboorte)
el alumbramiento; la procedencia
- alumbramiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- procedencia [la ~] zelfstandig naamwoord
de verlossing (bevrijding; redding; vrijmaking; ontzetting)
la liberación; la redención; la puesta en libertad; la emancipación
- liberación [la ~] zelfstandig naamwoord
- redención [la ~] zelfstandig naamwoord
- puesta en libertad [la ~] zelfstandig naamwoord
- emancipación [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alumbramiento	bevalling; geboorte; verlossing
beatitud	verlossing; zaligheid
emancipación	bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking	beschikbaarmaken; disponibel maken; emancipatie; handlichting; meerderjarigverklaring; mondigheidsverklaring; verzelfstandiging
gloria	verlossing; zaligheid	eer; eergevoel; gelukzaligheid; gezegende toestand; glans; glorie; heerlijkheid; heil; huldeblijk; luister; praal; pracht; pronk; trots; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
liberación	bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking	amnestie; beschikbaarmaken; bevrijden; disponibel maken; invrijheidstelling; kwijtschelding; loslaten; loslating; ontvangstbewijs; ontzet; reçu; vrijlating
procedencia	bevalling; geboorte; verlossing	afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine
puesta en libertad	bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking	amnestie; invrijheidstelling; kwijtschelding; loslating; vrijlating
redención	bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking; zaligheid
salvación	verlossing; zaligheid	gezegende toestand; heil; levensbehoud; lijfsbehoud; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening

verlossing

noun

de bevrijding van de gevolgen van de zonden van de mens door het geloof in Jesus
- verlossing → salvación

Cross Translation:

From	To	Via
• verlossing	→ redención	↔ redemption — the act of redeeming or something redeemed
• verlossing	→ salvación	↔ salvation — the process of being saved (religion)
• verlossing	→ franqueo; liberación	↔ affranchissement — action de rendre libre, action d'affranchir.