Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verloren gaan (Nederlands) in het Spaans
verloren gaan:
verloren gaan werkwoord (ga verloren, gaat verloren, ging verloren, gingen verloren, verloren gegaan)
-
verloren gaan (verliezen; kwijtraken; wegraken; erbij inschieten)
-
verloren gaan
Conjugations for verloren gaan:
o.t.t.
- ga verloren
- gaat verloren
- gaat verloren
- gaan verloren
- gaan verloren
- gaan verloren
o.v.t.
- ging verloren
- ging verloren
- ging verloren
- gingen verloren
- gingen verloren
- gingen verloren
v.t.t.
- ben verloren gegaan
- bent verloren gegaan
- is verloren gegaan
- zijn verloren gegaan
- zijn verloren gegaan
- zijn verloren gegaan
v.v.t.
- was verloren gegaan
- was verloren gegaan
- was verloren gegaan
- waren verloren gegaan
- waren verloren gegaan
- waren verloren gegaan
o.t.t.t.
- zal verloren gaan
- zult verloren gaan
- zal verloren gaan
- zullen verloren gaan
- zullen verloren gaan
- zullen verloren gaan
o.v.t.t.
- zou verloren gaan
- zou verloren gaan
- zou verloren gaan
- zouden verloren gaan
- zouden verloren gaan
- zouden verloren gaan
diversen
- ga verloren!
- gaat verloren!
- verloren gegaan
- verloren gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verloren gaan:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
perder | erbij inschieten; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken | kwijt raken; verbeuren; verliezen |
perderse | erbij inschieten; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken | afgaan; de weg kwijtraken; falen; floppen; iets mislopen; in de puree lopen; kwijt raken; misgaan; mislopen; mislukken; missen; stranden; teloorgaan; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; verliezen; zoek raken; zoekraken |