Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- verlatenheid:
-
verlaten:
- salir; dejar; irse; marcharse; retirarse; abandonar; cesar; partir; zarpar; largarse; irse de viaje; agotar; correrse; alejarse de; dejar plantado a alguien
- desierto; desolado; solitario; abandonado; solamente; dejado; sólo; separado; aparte; independiente; en si mismo; disipado; aislado
- desaparición
-
Wiktionary:
- verlatenheid → abandono, soledad
- verlatenheid → resignación, abandono, cesión
- verlaten → irse, salir, abandonar
- verlaten → abandonado, salir, escapar, arrancar, abandonar, dejar, dar calabazas, plantar, cortar, [[salir de]], maldito, anatematizado, reprobado, excomulgado, mancillado, manchado, despedirse, renunciar, desistir, ceder, desierto, entregar, suministrar, delatar, denunciar, chivar, solo, único
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verlatenheid (Nederlands) in het Spaans
verlatenheid:
-
de verlatenheid (eenzaamheid; isolement; afgezonderdheid)
Vertaal Matrix voor verlatenheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
desolación | afgezonderdheid; eenzaamheid; isolement; verlatenheid | gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; radeloosheid; somberheid; troosteloosheid; troosteloze toestand; vertwijfeling; wanhoop; zwaarmoedigheid |
soledad | afgezonderdheid; eenzaamheid; isolement; verlatenheid | eenzaam gevoel; eenzaamheid |
Verwante woorden van "verlatenheid":
Wiktionary: verlatenheid
verlatenheid
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verlatenheid | → resignación; abandono; cesión | ↔ abandon — à trier |
verlaten:
-
verlaten (heengaan; vertrekken)
-
verlaten (afreizen; wegtrekken; heengaan; verdwijnen; wegreizen)
-
verlaten (in de steek laten)
dejar; abandonar; dejar plantado a alguien-
dejar werkwoord
-
abandonar werkwoord
-
dejar plantado a alguien werkwoord
-
Conjugations for verlaten:
o.t.t.
- verlaat
- verlaat
- verlaat
- verlaten
- verlaten
- verlaten
o.v.t.
- verliet
- verliet
- verliet
- verlieten
- verlieten
- verlieten
v.t.t.
- heb verlaten
- hebt verlaten
- heeft verlaten
- hebben verlaten
- hebben verlaten
- hebben verlaten
v.v.t.
- had verlaten
- had verlaten
- had verlaten
- hadden verlaten
- hadden verlaten
- hadden verlaten
o.t.t.t.
- zal verlaten
- zult verlaten
- zal verlaten
- zullen verlaten
- zullen verlaten
- zullen verlaten
o.v.t.t.
- zou verlaten
- zou verlaten
- zou verlaten
- zouden verlaten
- zouden verlaten
- zouden verlaten
diversen
- verlaat!
- verlaat!
- verlaten
- verlatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
verlaten (desolaat; eenzaam; afgezonderd)
desierto; desolado; solitario; abandonado; solamente; dejado; sólo; separado; aparte; independiente; en si mismo; disipado; aislado-
desierto bijvoeglijk naamwoord
-
desolado bijvoeglijk naamwoord
-
solitario bijvoeglijk naamwoord
-
abandonado bijvoeglijk naamwoord
-
solamente bijvoeglijk naamwoord
-
dejado bijvoeglijk naamwoord
-
sólo bijvoeglijk naamwoord
-
separado bijvoeglijk naamwoord
-
aparte bijvoeglijk naamwoord
-
independiente bijvoeglijk naamwoord
-
en si mismo bijvoeglijk naamwoord
-
disipado bijvoeglijk naamwoord
-
aislado bijvoeglijk naamwoord
-
-
het verlaten
la desaparición
Vertaal Matrix voor verlaten:
Verwante woorden van "verlaten":
Verwante definities voor "verlaten":
Wiktionary: verlaten
verlaten
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verlaten | → abandonado | ↔ abandoned — forsaken, deserted |
• verlaten | → salir; escapar; arrancar | ↔ depart — to go away from |
• verlaten | → abandonar | ↔ desert — to abandon |
• verlaten | → dejar; dar calabazas; plantar; cortar | ↔ jilt — to jilt |
• verlaten | → dejar; [[salir de]] | ↔ leave — To depart from, end one's connection or affiliation with |
• verlaten | → salir; abandonar; dejar | ↔ quit — to leave |
• verlaten | → maldito; anatematizado; reprobado; excomulgado; mancillado; manchado | ↔ reprobate — rejected by god |
• verlaten | → despedirse | ↔ empfehlen — (reflexiv) geh.|: zum Abschied zunächst einige Worte (förmlich) an jemanden richten um sich anschließend von diesem zu entfernen, fortzugehen |
• verlaten | → abandonar | ↔ verlassen — einen Ort verlassen: weggehen, sich entfernen |
• verlaten | → renunciar; desistir; abandonar; ceder | ↔ abandonner — Se remettre à ; se laisser aller à ; se livrer à. |
• verlaten | → abandonar | ↔ délaisser — Abandonner |
• verlaten | → desierto | ↔ désert — Qui est inhabité ou qui n’est guère fréquenté. |
• verlaten | → entregar; suministrar; abandonar; delatar; denunciar; chivar | ↔ livrer — Traductions à trier suivant le sens |
• verlaten | → solo; único | ↔ seul — Qui est sans compagnie ; qui n’est point avec d’autres. |